‘Wespen banger voor jou dan jij voor beren’

Je hoeft niet bang te zijn voor wespen. Wespen zijn banger voor jou dan jij voor beren. Dat laat het RIVM weten.

“En al zou er een beer los lopen, dan zou die waarschijnlijk weer banger zijn voor mensen dan voor wespen,” legt Flemmo te Gader van het RIVM ongevraagd uit. “Voor jou misschien niet, maar voor iemand met een jachtgeweer die er op uit gestuurd is om loslopende beren onschadelijk te maken wel. Jagers met geweren zijn dan weer banger voor wespen dan voor beren, want wespen kan je heel lastig doodschieten. Voor malariamuggen zijn ze nog banger dan voor wespen want daar kan je flink ziek van worden. Malariamuggen zijn dan bang voor vleermuizen, banger zelfs dan voor reigers. Sommige mensen zijn ook bang voor vleermuizen maar muggen zijn nog banger voor vleermuizen dan mensen voor vleermuizen zijn want vleermuizen zijn een directe bedreiging voor muggen terwijl mensen in principe alleen wat te vrezen hebben van vleermuizen als ze besmet zijn met rabiës en dat komt in Nederland niet zoveel voor.” Te Gader hapt naar adem en vervolgt: “Wespen zijn minder bang voor vleermuizen dan jij voor wespen en dat is terecht. Vleermuizen en beren hebben voor zover bekend geen angst voor elkaar, maar dat is bij mijn weten nooit echt goed onderzocht. Beren zijn banger voor auto’s, dan wespen voor reigers. Vleermuizen zijn even bang voor mensen als wurmen voor scholeksters, lepelaars en gnoes. Wurmen zijn eerlijk gezegd voor alles bang. Al bij al best indrukwekkend zo zonder zenuwstelsel.” Te Gader stopt even met praten en neemt een slok water. “Everzwijnen zijn banger voor leeuwen dan eekhoorns voor lynxen, maar dat is deels een ongegronde angst omdat ze weinig in dezelfde leefgebieden voorkomen. Hangt ook van de eekhoorn af trouwens, als er eentje is opgegroeid tussen de lynxen zien ze dat het vaak wel meevalt. Dat zie je ook bij veel soorten kikkers. Even wat anders: bidsprinkhanen zijn vaak banger voor hun eigen soort dan voor andere soorten, omdat het vrouwtje na de geslachtsgemeenschap de kop van het mannetje afbijt. Kan je ze niet kwalijk nemen dus. Een andere soort die bang is voor zichzelf is de mens. Eigenlijk zouden wij banger moeten zijn voor andere mensen dan voor wespen of beren of bidsprinkhanen. Enfin, je begrijpt wat ik bedoel.”

Flemmo trekt zijn pyjama aan en knipt het nachtlampje uit. Het is een paar seconden stil. “Of moeten jullie nog meer weten?”