Man die je niet kent blijkt je broer én neef te zijn

Een man die je voor zover je weet nog nooit eerder hebt ontmoet of gesproken, blijkt je broer en je neef te zijn. Dat wordt algauw duidelijk door de vertrouwdheid waarmee hij je aanspreekt en het feit dat hij je ‘broer’, ‘broertje’ en ‘neef’ noemt. 

Helemaal vreugdevol is de reünie ook weer niet precies, de man lijkt namelijk in wat nood te verkeren en zegt dat jij, ondanks jullie zeer recente reünie, aan de kant moet, dat je moet ‘opkankeren’, en of je ‘snapt’ wat hij ‘bedoelt’?

Wat is jouw broer, jouw neef overkomen, dat hij zich nu zo gedraagt? Je weet het niet zeker, maar je gaat maar aan de kant, want als je familie iets vraagt, dan doe je het. Bovendien wil je niet ‘voor je bek gebost’ worden, ook al weet je niet exact wat dat betekent. Met tranen in je ogen neem je alweer afscheid. Wanneer zullen jullie elkaar weer zien? Het mensenleven duurt al met al maar kort. “Tot weerziens a niffo”, fluister je nog, maar hij hoort het al niet meer.