Al een ruim half uur *tik* probeert een dikke bromvlieg dwars door het raam weer *tik* naar buiten te komen. Volgens een conservatieve schatting van het aantal 'tik'-geluidjes, staat de teller *tik* inmiddels op 158 poging… *tik* 159 pogingen. Desondanks gaat het insect vol goede moed op voor poging 160: "De bloem waar ik moet wezen staat letterlijk een meter verderop, ik ben er bijna."
Hoewel experts het zoemende beest weinig kans geven ('het is dubbelglas' en 'probeer eens de achterdeur, die staat open') wil de bromvlieg van geen opgeven weten: "Nee nee, het schijnt dat glas vloeibaar is, wist je dat? In tegenstelling tot mijn harde uitwendige chitineskelet. Dus ik probeer het gewoon nog eens, maar nu met een langere aanvliegroute."
*tik*
"Een nóg langere aanvliegroute."
Het verhaal van de bromvlieg is een metafoor, die gaat over Thierry Baudet en zijn wanhopige pogingen in contact te komen met de realiteit.
Zo’n weldoorvoede bromvlieg is toch niet te versmaden?
Die vlieg ziet er uit als iets wat dronken Maitreya op zou eten als ze niet zo geobsedeerd was door drank en hondevlees.
Zo’n weldoorvoede bromvlieg is toch niet te versmaden
Dit is een beetje hoe wij windturbines populair proberen te krijgen.
Je vraagt je af waarom ze zo’n beest een *brom*vlieg noemen.
Wij vliegen zijn veel intelligenter dan Alexander Brandenburg meent ons te moeten voorstellen. 160 keer tegen een raam? Alexander ziet ze vliegen!
En jouw collega’s de strontvliegen dan? Dat is gewoonweg vliegtuig van de richel.
Ah, u meent dat er sprake is van evolutie?
*tik*
Deze brommende vlieg spreekt keurig Nederlands, wat erg opvallend is bij De Speld
Deze brommende vlieg wordt in de wandeling Maarten (van Rossum. – red.) genoemd.