Andrey_Popov / Shutterstock.com

Het regent en dus moeten de vrienden van Rutger Bregman hem weer kalmeren

“Daar gaan we weer,” zucht Johannes. Hij kijkt uit het raam en constateert tot zijn afgrijzen dat het regent. Alweer. Hij kijkt op zijn telefoon. “Over 10 minuten bij Rutger?’ appt Rob. Het is niet alsof hij een andere keuze heeft.

Tien minuten later staan Johannes en Rob bij Rutger voor de deur. “Rutger?” roepen ze door de brievenbus. “Kom je even opendoen? Het is alleen maar regen!” Niemand reageert, maar gelukkig heeft Rob een sleutel meegenomen. Ze hebben vaker met dit bijltje gehakt. “Rutger?” roepen ze. “Ben je daar?”

Johannes en Rob lopen de trap op naar boven. Op de overloop kunnen ze hun kameraad al zachtjes horen snikken. Het geluid komt uit de slaapkamer. Ze lopen naar binnen, en inderdaad: daar zit hun vriend, verstopt onder de dekens. “Het water komt,” snottert hij. “We gaan er allemaal aan.”

De twee vrienden gaan op de rand van het bed zitten. “Hé maatje,” zegt Johannes. “Hier hebben we het toch al eerder over gehad? Dat het een beetje regent betekent niet meteen dat de wereld vergaat.” Hij houdt een grote zakdoek tegen de neus van Rutger Bregman. “Hier, snuit maar.” De veelgeprezen publicist snuit zijn neus. “Regen is heel normaal deze tijd van het jaar,” vult Rob aan. “Heus.”

“Maar ik heb wel zeven wetenschappers gesproken die zeggen dat het water komt!” zegt Rutger, nu opeens boos. “Ja,” zegt Johannes. “Maar dat is pas over een paar honderd jaar. Dit is gewoon regen.” Voorzichtig komt het gezicht van Rutger Bregman onder de dekens uit. “Dus ik ga nog niet dood?” vraagt hij voorzichtig. “Nee, Rutger,” zeggen zijn vrienden in koor. “Je gaat nog niet dood.”

Rutger Bregman stapt uit bed en loopt naar het raam. Het regent nog steeds. “Weten jullie dat heel zeker?” Johannes knikt. “Ja, Rutger. Ga jij maar snel naar beneden om nog zo’n mooi pamflet te schrijven.” Jubelend stormt Rutger Bregman de trap af, naar beneden, waar zijn laptop staat. “Ik moet de mensen waarschuwen!” klinkt het uit het trapgat. “Zo waar als mijn naam Rutger Bregman is!”

Met een vermoeide blik laten zijn vrienden zich zakken op het matras. Ze openen de buienradar en zuchten. Morgen zitten ze hier weer.


Uw reactie telt. Juist nu.

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *