Vanwege een verbod op grote motorclubs ontspringen er in Nederland steeds meer kleine clubs. Ons land telt maarliefst 84 OMG’s (Outlaw Motorcycle Gangs). De allerkleinste motorclub van het land is Harry (56).
“Kom binnen!” roept Harry (56), naamgever van de club, terwijl hij de deur van zijn garage soepel omhoog schuift. “Dit is het honk. Hier zitten we meestal. Het is niet super groot, maar groot genoeg met met z’n allen te kunnen vergaderen. Ik open zelf meestal de vergadering, doe ook vaak de notulen, en eigenlijk ook altijd de WVTTK.”
Op een enorme houten plaat, die met tiewraps aan de muur is bevestigd, staat met grote rood geschilderde letters ‘Harry’ geschreven, de naam van de club. “Ik heb nog even getwijfeld over Harry’s Angels, of Satudharry, maar uiteindelijk bekt Harry voor mij wel gewoon het lekkerst. En het is ook praktisch bij de aangifte omzetbelasting.”
Hoewel kleine motorclubs steeds radicaler worden, is dat bij Harry nog niet het geval. “Het lukt ons prima om onze leden in toom te houden”, verzekert hij. “Wij zijn meer van de gezelligheid. Zo plannen we iedere week een uitje. Vorige week ben ik bijvoorbeeld nog naar het Rijksmuseum geweest. En morgen ga ik lekker pannenkoeken eten aan het strand.”
Desondanks blijft de politie en het OM clubs als Harry in de gaten houden. In zijn omgeving zijn de laatste tijd als meerdere clubhuizen op bevel van de burgemeester gesloten. Harry: “Vaak worden motorclubs verdacht van criminele activiteiten, maar daar heb ik helemaal geen tijd voor joh. Ik ben secretaris, voorzitter én penningmeester.”
