Anne Webber / shutterstock

Anne Webber / shutterstock

Nick moet tijdens de vakantie op de fruitvliegjes van de buren passen

De instructies waren helder. ‘Ha Nick! Graag elke dag een vers laagje limonade op het aanrecht, het fruit mag overal een beetje, het ligt al in de schaal. Graag eerst de mango, die is al mooi zacht, dan de perziken en als laatste de appels. Bananen op tijd bijkopen als het nog nodig is, ze houden niet van geel of groen. Dankjewel!!!’

Snel sluit Nick de deur nadat we het huis van zijn buren binnenwandelen. “De fruitvliegjes mogen absoluut niet naar buiten. Ze hebben ze nu al vier jaar, een hobby uit de coronatijd. Het is hier sindsdien altijd 24 graden geweest.” Nick knijpt in een mango tot het sap over het aanrecht loopt. “Het zijn niet je eigen fruitvliegjes, dus het is altijd weer even wennen hoeveel ze eten.”

De verzorging van fruitvliegjes is uitdagender dan Nick vroeger dacht. “Er zijn verschillende brandhaarden. Het fruit in de vensterbank moet vaker vervangen worden dan dat in de keuken, dat soort dingen.” Maar Nick doet het graag voor zijn buren, zegt hij, en legt de uitgeknepen mangopit in de zon. “Het is een kleine moeite. Ze hebben geen kinderen, en die vliegen zijn een beetje hun kindjes. Dat geeft wel wat druk: je wil het graag goed doen. Ik zou het heel vervelend vinden als mijn buren straks thuiskomen en hun vliegjes allemaal dood zijn. Ik weet niet hoe ik dat zou moeten uitleggen.”

Zelf zou Nick niet snel anderen vragen om op zijn fruitvliegjes te passen: “Ik vind het best wel vies.”


Uw reactie telt. Juist nu.

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *