De discriminatie in Nederland is steeds gelijker verdeeld. Dat stelt Henk Janssen, woordvoerder van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. ‘’Vroeger was het helaas nog zo dat bepaalde minderheden net iets meer onderdrukt werden. Alleen met een achternaam als Yilmaz of Öztürk of Benali had je echt een probleem. Gelukkig is dat nu niet meer het geval en kan iedereen die geen De Jong of De Vries heet het shaken op de arbeidsmarkt. Wel zo netjes dat ook de Wangs en Liu’s de pineut zijn.’’
Hoe die verandering precies tot stand is gekomen wordt nog onderzocht, maar een ding kan Janssen vast delen: ‘’Een positieve factor die niet onbenoemd mag blijven is de coronapandemie. Toen kregen ook mensen met een (Zuid-)Oost-Aziatische achtergrond gewoon netjes de schuld van een probleem dat ze niet zelf hadden veroorzaakt.’’
Helaas is er nog wel sprake van een bescheiden ongelijkheid, aangezien Chinezen het meeste te maken krijgen met discriminatoir gedrag. ‘’Tja, dat is nog een werkpuntje, vervolgt Janssen. Maar samen kunnen we deze ongelijkheid aanpakken. Door bijvoorbeeld hanky-panky Shanghai voor dat ene Vietnamese meisje uit groep 2 te zingen. Dat is de verbindende discriminatie die we nodig hebben.’’