Man zou wel in de natuur willen wonen als er wat musea, cafés, bioscopen, clubs en restaurants zouden zijn

Tijdens een vakantie op het platteland van Groningen strekt Roeland zich genoegzaam uit op een tuinstoel. “Ik zou hier wel kunnen wonen”, mijmert de Utrechter die het nut van een rijbewijs niet inziet omdat hij toch naast het station woont. “Lijkt me heerlijk. Elke dag het dauw van het gras trappen als je de deur uitgaat. Het is hier volgens mij ook altijd zonnig. Zou wel relaxed zijn als hier op de hoek dan nog iets van een supermarkt komt die ook ‘s avonds en op zondag open is.”

Ja, Roeland ziet het helemaal voor zich. “Het moet toch fantastisch zijn om hier een gezin te stichten. Lijkt me wel goed als er wat meer variatie komt in het aantal sportclubs. Ik doe zelf aan boulderen, schermen, bootcamp en padel. Dat wil ik aan mijn kinderen ook door kunnen geven. Sowieso wat meer dingen voor de algemene ontwikkeling zouden hier niet misstaan. Een paar musea, een beetje modern en iets met wetenschap ofzo. Concertgebouwtje. Ik zie het wel zitten hoor.”

Als hij dan toch iets zou mogen aanmerken op het plattelandsleven: het horeca-aanbod vindt hij nog wat eenzijdig. “Ik heb hier in de omgeving denk ik drie eetcafés gezien waar ze min of meer hetzelfde op de kaart hebben staan. Dank denk ik: zet daar wat lekkere fusiontenten tussen. Mexicaans-Japans, of een écht goede wijnbar waar je ook lekker kunt eten. En dan met deze ruimte, dat zou toch schitterend zijn.”

Op bioscoopgebied heeft Roeland nog een kleine suggestie – dat mag wel wat internationaler, wat obscuurder. “Ik ga zelf geen 20 kilometer fietsen om bij een Pathé naar de zoveelste schietfilm te staren. Op arthouse ga ik zelf echt heel lekker. Niet van die voorgekookte plots maar echt ruwe emotie. En dan een fijn café erbij waar je lekker kunt napraten. Maar voor op de zaterdagavond ook gewoon een dikke tent om lekker te kunnen beuken als het moet.”

Terwijl Roeland zijn ogen over de uitgestrekte velden laat gaan schiet hem nog iets te binnen. “Ja, en dat openbaar vervoer, dat kan wat mij betreft ook wel beter hoor. Iedereen rijdt hier natuurlijk zoveel auto omdat er geen goede treinverbindingen zijn. Zet overal wat van die deelscooters neer, zou ik zeggen. Als ze dat aanpakken ben ik er volle bak bij. Kijk nou, dit uitzicht. Daar kan geen stad tegen op.”