Wetenschappers: ‘Wespen niet bijvoeren, ook niet als het heel warm is’

Onderzoekers van de Wageningen University roepen mensen op te stoppen met het bijvoeren van wespen. Hoewel de bedoelingen goed zijn, is het volgens de wetenschappers op de lange termijn schadelijk voor de dieren. Hoofdonderzoeker Sonia Razek: “Wespen raken afhankelijk van de grote hoeveelheden cola, fruitsalade en hamburgers die we ze op een zomerse picknick toestoppen. Ze moeten leren weer in hun eigen voedsel te voorzien.”

Razek begrijpt de neiging om de zwart-gele beestjes wat lekkers te geven. “Het is warm, je geniet van een broodje krabsalade op een terras en dan zie je ineens twee van die grote zwarte kraalogen smekend naar je opkijken. Ach, vooruit, denk je: neem maar wat.” Maar volgens Razek berokken je de wespen hier op de lange termijn alleen maar schade mee. “Wespen zijn van nature roofdieren. Ze eten rupsen, vlinders, muggen en spinnen. Door het bijvoeren leren jonge wespen steeds minder goed hoe ze moeten jagen. Hierdoor worden ze afhankelijk van wat wij ze voeren.”

Daarbij helpt het ook niet dat er steeds grotere wespen in Nederland voorkomen, denkt Razek. “Neem de Aziatische hoornaar. Die is zo groot dat hij haast iets menselijks krijgt. Je kunt echt die gezichtsuitdrukking zien op dat snuitje, en dan zo’n gezellige dikke bips erbij… Probeer die maar te weerstaan als hij verlekkerd naar je Splitje kijkt.”

Volgens Razek is het niet ondenkbaar dat wespen in de toekomst zelf weer verantwoordelijk worden voor hun voedselvoorziening. “De kolonies worden steeds groter en er komen meer soorten voor die echt een flink stuk krachtiger zijn dan de gewone huis- tuin- en keukenwesp die ons zo dierbaar is. Het zou me niets verbazen als binnen nu en vijftig jaar 90 procent van onze insectenpopulatie is vervangen door gigantische wespen – zo groot als cavia’s of houtduiven. Als we die generatie een kans op overleving willen geven, dan moeten we ons daar nu al voor inzetten door ze op eigen benen te leren staan. Zij zullen nog veel grotere prooien moeten verschalken.”

Dus roept het onderzoeksteam van Razek op om de wespen met rust te laten. Of, als je graag iets wil doen: stop de zoetigheid in een rinkelend balletje waar ze achteraan moeten vliegen. “Zo houden ze dat jachtinstinct.”