De 24-jarige Geertrui (1633) uit Haerlem is een echte hipster. Ze draagt vintage kleding uit de jaren ’00 van de 17e eeuw en luistert naar indie, zoals de instrumentale kamermuziek van Giovanni Legrenzi of de alternatieve klankkleur van de blokfluit. ‘De polyfone stemvoering in de kerkmuziek van Sweelinck is mij te mainstream,’ vertelt ze.
Geertrui zit op de rand van haar bedstede in haar Haerlemsche kamer, die ze geheel volgens de laatste trends heeft ingericht. De haard is versierd met Delftsblauwe tegeltjes, boven de eikenhouten tafel hangt een koperen kroonluchter en in de hoek staat een camera obscura. Geertrui: “Die is nog analoog.”
Aan de lange muur naast haar bedstede klinkt gehinnik. “Dat is mijn racepaard”, legt Geertrui uit. “Het is een tweedehands exemplaar. Gevonden op de paardenmarkt in Londen. Hij heeft al wat kilometers in de benen, maar het is wel een originele Engelse volbloed. Heel retro!”
“De kamertjes hier zijn niet heel groot, dus in het begin was het vanuit praktische overwegingen dat ik hem aan de muur ophing. Maar toen besefte ik: het staat ook nog eens heel leuk!” En Geertrui is niet de enige. Ook bij andere Haerlemse hipsters, zoals Frans Hals en Aadriaan van Ostade, hangen de paarden inmiddels aan de muur.
Sait de grimmige heks
1Tegen een stel ketalaarselappers1
Hinnik, hinnik moushi
Nicht immers ims ausfuhrig gasaintl.