Wie duurzaam wil winkelen, kan nu bij de supermarkt productvrije verpakkingen halen. Omdat de producten zelf niet meer geïmporteerd hoeven te worden, valt de CO2-uitstoot lager uit.
“Je hoort tegenwoordig veel over verpakkingsvrij winkelen”, zegt winkelmanager Terry Wortelboer. “Zelf je appels los in een tas stoppen, een eigen container meenemen voor muesli, enzovoorts. Maar wat mensen niet beseffen is dat het pas echt duurzaam is om productvrije verpakkingen te kopen.”
Volgens Wortelboer kun je op deze manier heel makkelijk de CO2-uitstoot verminderen, dierenleed voorkomen en roofbouw van gewassen tegengaan.
Onder de eerste productvrije verpakkingen in de winkel vind je onder andere een leeg kuipje voor kipfilets inclusief druipdoekje, een flubberig plasticje dat normaal gesproken om een komkommer zat gespannen en een papiertje van chocolade uit Ethiopië.
Wij willen gewoon langs de deur de slager, de bakker, de groenteboer, de melkboer, de schillenboer, de scharensliep en de voddenman terug. En uiteraard de markten uit oma’s tijd. Toen had elke huisvrouw nog een eigen leren boodschappentas.
Neen. Geen lederen tas doch een rieten tas à la Moeder de Gans. Dat had iedere huisvrouw toen!
O, ik moet weer terug naar de afdeling, mijn schermtijd is voorbij.
Afdeling van de Jelinek kliniek?
Anna, weet je dan niet, dat tegenwoordig zelfs een lege container een kapitaal kost?
Ik raad je aan om gewoon wat papieren zakjes mee te nemen. (Eventueel zelf te vouwen uit krantenpapier.)
Ik persoonlijk en mijn vrienden vinden een container handig om tussen de bananen drugs te verstoppen.
Sonja en Boris spotten flink met Anna’s woordgebruik. Dat is niet terecht. Anna wist gewoon even de Nederlandse namen voor verpakkingen niet. Dat kan de beste overkomen.