Het is veel kiezers de laatste jaren opgevallen: ze krijgen veel minder beleid voor een zelfde hoeveelheid stem. In jargon wordt dit politieke krimpflatie genoemd. Analisten bevestigen dat de krimpflatie al jaren geleden is ingezet.
“Het is een erkende marketingtruc”, weet politiek analist Tom-Jan Meeus. “Mensen minder stem geven is een impopulaire maatregel. In plaats daarvan verlagen partijen stiekem de hoeveelheid beleid dat je voor één stem krijgt. Ze hopen dat het daarmee niet zo opvalt dat de kiezer minder waar voor zijn stem krijgt.”
Kiezer Fredda is het wel degelijk opgevallen dat ze nu veel minder beleid voorgeschoteld krijgt voor haar stem. “Ik kan me nog herinneren dat je naar het stemhokje ging en dacht: voor deze stem ga ik heel veel kunnen krijgen. Regulering van de woningmarkt, sociale voorzieningen, beleid op migratie, noem het maar op. Ik betrapte mezelf erop dat ik vorig jaar in het stemhokje stond en dacht: ik ben benieuwd wat dit stemformuliertje eigenlijk nog echt waard is.”
Meeus denkt dat het naïef is om te denken dat burgers niets zullen merken van politieke krimpflatie: politieke partijen denken dat kiezers het nauwelijks doorhebben als ze het beleid telkens in kleine hoeveelheden afbouwen. Maar na een paar jaar hebben mensen echt wel zoiets van: ho eens even. Tien jaar geleden kreeg ik voor één stem in ieder geval nog een paar wetswijzigingen terug. Nu krijg ik voor diezelfde stem nog maar een minimale hoeveelheid gammele wetsvoorstellen. In feite is krimpflatie gewoon een misleiding van de consument, de kiezer in dit geval. Je kunt dat wel proberen te verdoezelen, maar op termijn neemt de stemkracht van de Nederlander gewoon af.”
Politieke experts zeggen dat er wel wordt gekeken naar manieren om de krimpflatie tegen te gaan, maar erkennen dat er weinig concreets aan te doen is. “Als we op deze weg doorgaan krijgen kiezers straks alleen nog maar een paar gegenereerde kamervragen en obligate moties voor hun stem.”