Ten Hag wil dat jonge spelers zich bij het juichen niet voor zichzelf aan de maatregelen houden, maar voor Huntelaar

Het was Erik ten Hag in de eerste wedstrijd na de coronabreak een doorn in het oog: jonge spelers die na een doelpunt alle coronamaatregelen aan hun laars lappen. Ze realiseren zich volgens de coach te weinig dat ze hiermee een gevaar vormen voor anderen, zoals Klaas-Jan Huntelaar.

“Ze wanen zich onsterfelijk”, klaagt Ten Hag. “Ze denken: ach, we zijn toch jong en zullen zelf toch geen last hebben van dat virus. Maar ondertussen kunnen ze wel het virus overbrengen op anderen, ook mensen die zich in de risicogroep bevinden bijvoorbeeld. Als iemand als Klaas-Jan besmet raakt, dan is hij ten dode opgeschreven.”

De trainer concludeert na de eerste wedstrijd dat jonge spelers nog met te veel anderen in aanraking komen. “Het is in principe niet eens zo heel erg als die jonge spelers onderling, ondanks de maatregelen, elkaar knuffelen na een treffer. Maar zo’n Noa Lang gaat daarna doodleuk ook gewoon nog even Huntelaar opzoeken. Dat kan gewoon niet. Geukkig hebben ze Maarten (Stekelenburg, red.) wel gewoon met rust gelaten.”