Een roedel wolven heeft het deze vollemaansnacht even te kwaad. De inherente tragiek van het bestaan zit ze meer dan dwars. “Waar zijn we nou eigenlijk mee bezig?”, vraagt het alfmannetje zich hardop af.
“Een beetje rondrennen, jagen, stoer doen voor elkaar om eventueel te voortplanten en dan: ziekte, aftakeling en dan rest ons niets dan te sterven. En voor onze kinderen herhaalt deze cyclus van ellende zich. De grootste hoop die we voor ze kunnen koesteren is dat ze af en toe een lekker hertje kunnen verschalken.” De rest van de roedel likt de lippen en hijgt droef instemmend.
“Wat is een wolf nou eigenlijk?”, gaat het mannetje verder. “Een wezen dat tien jaar lang keihard buffelt en uiteindelijk met lege poten staat. God, ik kan er wel van janken. Weetjewat?” De roedel barst in koor loos: AWOEEEEEEEEEE.
Dit is een complete misinterpretatie. De wolfheid gaat al eeuwen gebukt onder het gegeven dat zij de mens niet heeft weten uit te roeien, met desastreuze gevolgen als de bio-industrie, songfestivals en satirische websites van dien.
hontje !! !
Ja ach, bestaat de realiteit eigenlijk wel?!
Jammer dat De Speld er niet bij vermeld waar zich dit afspeelt. Laat ik het dan maar verklappen.
Het was in Het Enge Bos.
Glaasje grenadine om bij te komen?
ik jank dus ik besta.