De 32-jarige Stephan was van plan lasagne te maken voor hem en zijn vriendin. Nu blijkt dat hij 8 van de 10 ingrediënten toch niet thuis heeft liggen, gaat hij wel gewoon verder met koken.
“Ui hebben we kennelijk niet meer”, mompelt Stephan terwijl hij een blik in de de groentela werpt. “Oh en de knoflook is ook op. Dat had ik moeten weten. Vind je het trouwens erg dat we een vegetarische variant eten? Ze hadden alleen nog maar pakken rundergehakt van een kilo. Dat was me wat te gortig.”
Stephan legt wat tomatenpuree in een ovenschaal en besprenkelt het gerecht met wat olijfolie. “Kaas ben ik vergeten te kopen bedenk ik me nu. En ah kut, lasagnebladen! Was wel lekker geweest erbij misschien. Nou ja. Eet smakelijk!”
Als reactie spreken zijn vrienden zinnen waarin ze 80 procent van de woorden weglaten. “Heerlijk je. Gisteren wij. Lang oven? Dit herinneren.”
Bestaat de afhaalchinees nog?
En wat wordt het hoofdgerecht?
Om je pot vreten te maken moet je een enorm geheugen hebben.
Ik snap niet hoe ze het doen.
Wees creatief met namen en verander het menu.
‘Vandaag tomatensoep met olijfolie, traditioneel gerecht in Toscana!’
De kunst van het weglaten. Haute cuisine.
Niet spotten met vleeswaren, die je niet in de mond hebt gehad, Stephan!
Je kan nog lasagneschijven maken.
10 ingrediënten? Oh, lasagne met spinazie! Lekker!