Calvijn loopt op laatste benen

De festiviteiten rondom het 500ste geboortejaar van Johannes Calvijn beginnen een wissel te trekken op de gezondheid van de kerkvader. De kerkhervormer heeft laten weten dat hij zijn verjaardag niet zomaar voorbij wilde laten gaan, ‘maer één jaer feestelijckheden aan de koninlijcke kant te vinden.’ De Speld sprak de kerkvader na alweer een wild symposium te Dordrecht: “De verjaerdag is zeer belangrijck. Dit is het jaer waar ick 500 jaar geleden de zielsadem van De Heere ontvoeng. Het zou zelfs binnen onze gemeenschap onchristelijk zijn om dees’ geleegenheyt stil te laten verlopen.”

Na een weekend lang feestvieren in Genéve en Dordrecht geeft de vooraanstaand theoloog en dominee te kennen ‘helse pynen te hebben, als waere ick als een hekse geroostert.’ Hoewel het Calvinisme tegenwoordig bekend staat als een religie die de matigheid voorstaat, ging het feest allerminst geruisloos voorbij. De annalen van dit weekend vermelden dat het Geneefse feestmaal werd bijgewoond door 4.000 genodigden. Zij consumeerden ‘300 rinderen, 480 schaepen, 32 vaeten bier en een veelheyt aan klein gevoghelte.’ Verder leert een snelle rekensom dat er per persoon zo’n 35 alcoholische consumpties genuttigd zijn. Al met al een flinke investering voor de kerkvader, maar ‘je wort maar één mael vhijfhondert.’

De kerkvader werd overweldigd door de omvang van de aandacht voor zijn geboortejaar. “Mijn C-Factor is zevenenzeventigh en ick krygh koppyn van de naar mij vernoemde wijn. Het is genoegh geweest.” Het jachtige leven begint bovendien zijn tol te eisen. De dominee woonde het afgelopen jaar zo’n 130 tentoonstellingsopeningen en 75 kerkdiensten bij die te zijner ere werden georganiseerd. Ook vormt het reizen met een permanente entourage een aanslag op zijn privacy. “Je wordt gheleeft.” Als echter de herdenkingen rondom het Darwinjaar genoemd worden, reageert de oercalvinist gebeten. “Die herdenking was echt grotesq over den top getild. Een schip een acht maenden de wereld over sturen en op de verrekyck uitzenden? Houdt toch op, mensch..”