Na de bekende midlifecrisis en de onlangs populair geworden Quarter-life crisis op 25-jarige leeftijd, spreekt jeugdpsycholoog Berend Hooglander nu ook van de Starting-life crisis. Zijn onderzoek naar kinderen tot zes jaar toont aan dat de overvloed aan keuzes voor een kind dat net enig bewustzijn heeft, kan leiden tot desastreuze gevolgen. Veel kinderen hebben rond hun vierde levensjaar al een identiteitscrisis. “Ze weten niet wie ze zijn en waar ze naar toe leven”, zegt Hooglander.
De Starting-life crisis gaat gepaard met gevoelens van onrust, onzekerheid, somberheid en twijfels over de toekomst. Hooglander concludeert in zijn onderzoek dat kinderen in het spitsuur van hun leven moeite hebben met de overgang naar de rationele en gestructureerde school. “Ze ervaren een gebrek aan ontplooiingsmogelijkheden en creativiteit. Ze zijn op zoek naar de passie van hun leven en zien dat niet vertaald op school”, aldus Hooglander.
Het Starting-life fenomeen manifesteert zich met name op het sociale en het materiële vlak. “De keuze tussen Playmobil, My little Pony en Hello Kitty speelgoed is voor velen al heftig genoeg. Als kinderen vervolgens moeten gaan kiezen wie wel en niet op hun partijtje mag komen, kan dat te veel zijn”, zegt Hooglander.
Jeugdpsycholoog en criticaster Maria Terlouw vindt de conclusies van Hooglander zwaar overtrokken. Dat sommige kinderen het moeilijk hebben op school, daar twijfelt Terlouw niet aan, maar ze acht de omvang van het probleem niet groot genoeg om van een maatschappelijk probleem te spreken. “Je kunt van elke overgang een drama maken. Op deze manier wordt het hele leven één grote crisis”, aldus Terlouw.
Hooglander vindt echter dat Terlouw de angsten en onzekerheden van de kinderen bagatelliseert. Hij neemt het voorbeeld van Guusje (4) die vier keer per maand in zijn praktijk komt voor hulp. “In de maand december verkeerde Guusje in een staat van heftige verwarring. Naast de 5 daagse schoolweek en de dagelijkse ‘wie-wat-waar’ vragen met spelen had hij twee verlanglijstjes te maken en een partijtje te organiseren, alles onder de sociale druk van ouders en vriendjes. Ga Guusje tijdens een huilbui maar eens vertellen dat het geen crisis is die hij doormaakt”, aldus Hooglander.
Ik zal dan maar uit de poppekast komen maar ik zit nog met een achterstallige rekening van 15.000 die ik overgehouden heb aan mijn BLSS moment. BeginningLive Stress Syndrome was voor mij echt heel erg moeilijk. Elke week zat ik met mijn handen in Playdo en bouwde met mijn Lego aan mijn spanningen. Nu zit ik met de rekening.. maar goed, het heeft wel geholpen – nu weet ik teminste waarvoor ik leef..
Ik ga Guusje vertellen, dat ie zich nergens druk over hoeft te maken; dat zijn ouders het allemaal voor hem op gaan lossen; dat ie voorlopig één dag in de week extra thuis mag blijven; en lekker buiten mag gaan spelen. Met of zonder vriendjes, en dat ook daar zijn ouders hem bij zullen helpen.
Niks geen crisis! Niks geen angst (soms wel een beetje dat is alleen maar goed ; waarschuwend voor gevaar), niks geen keuzes (die komen later wel, nu voor zijn ouders), niks geen onzekerheid (zijn ouders bieden hem alleen maar zekerheid; ze zijn er altijd voor hem – zeker op 4-jarige leeftijd!). Rond een jaartje of 14-16 mag dat dan allemaal wat minder.
Welk een scherpe blik, samarkand! Het moet gezegd: ik heb welliswaar kinderen, doch loop zó fraai in de pas, dat het net is, of de rest der menschheid dan weer uit de pas loopt. Je zou kunnen stellen, dat ik de enige ben, die goed in de pas loopt.
Wie smalend doet over de druk die we op onze kinderen leggen, heeft waarschijnlijk zelf geen kinderen of loopt goe mee in de maatschappelijke pas. We leggen ongelooflijk veel druk op ons kindertjes, en we krijgen volop de rekeningen gepresenteerd!!!
Hoe zo, alleen bij kinderen, adolescenten, veertigers en ouderen…? Niets mee gekregen zeker, van de after-life-crisis? Uit onderzoek is gebleken, dat een groeiend aantal overledenen spijt heeft van de wijze van uitvaart-beleving. Velen komen in een staat van passiviteit. Laten alles maar verslonzen, terwijl zij bij leven zeer punctueel geweest waren.
Naar mijn -overigens in het geheel niet bescheiden- mening, dient er minstens weke-lijks een psycho-analiticus, alsmede gedrags-therapeut per begraafplaats en crematorium aan het werk te gaan. Voor de doden niets dan goeds!
Het begon allemaal met bij Snieklaas op schoot zitten, snif…
Alcohol helpt…
Mee eens Rodehond. Dit is toch wel de allergrootste onzin die ik deze week op het internet lees.
Ik bedoel komop: sociale druk op het level van een 4 jarig jongetje dus moet hij 4 keer per maand met de psycholoog erover praten. Zodat deze psycholoog het knulletje een complex kan aanpraten zodat hij echt in de knoop komt met zichzelf. Dit is echt fout.
Is deze kwaal alleen voor Hollandse kinderen?
Mooi zo, dan kunnen we in de rest van Nederland gewoon doorgaan met leven.
(Wat een watjes, die Hollanders!)
Leuk openingsartikel!
Laten we er een overkoepelende term voor kiezen: een ‘life-crisis’. Kortweg ‘life’ genoemd. In goed Hollandsch: ‘leven’.
Iedereen mee eens? Ik hoop het, anders beland ik vast in een crisis.