Een man met zeventien pilsjes op is hevig ontroerd door de Carnavalstraditie. “Schitterend eej, wát een feest”, zegt hij met betraande ogen tegen vrienden die hij al jaren niet meer gezien had. Ze hebben kinderen, banen, en toch zijn ze nog dezelfde mensen als toen. “Hieraan zie je”, zegt de man, terwijl hij een glas Schrobbelèr achterover slaat, “hoe belangrijk en goed tradities voor de ziel zijn. Effe pissen, zo terug.”
Terwijl de man over het plein stommelt en via het geluid van de dweilbands terugkeert naar de jeugd, naar de verloren tijd, naar de cirkel van geboorte, dood en wedergeboorte, komt hij in een rij te staan met zeventien anderen die op dezelfde plee hun gerief moeten doen. Iemand biedt hem een slok aan uit een flacon die uit een binnenzak verschijnt. “Whiskey, lekker.”
“Gezellig eej kulleke”, zegt een man voor hem in de rij. Diens vrouw lacht hartelijk. Zo is het, denkt de man beneveld, terwijl hij meezingt over hoe blij hij is dat z’n neus van voren zit en niet opzij. Of ja, gezellig? Het is meer dan gezellig. Het is traditie.
Bah deze ‘traditie’ is weinig inclusief. Sommige mensen verkleden zich zelfs als Arabier! Hoe kwetsend!
Als ik premier ben wordt dit meteen verboden. Net als andere politieke partijen.
tisun KINDER feest ! !!
Hoi ik schrijf boeken over dikke, vadsige lelijke zeugen. Hebben jullie tips voor een nieuw boek?
Animal farm?
Spiritualiteit vinden tijdens carnaval, ik wordt er helemaal spiritueel van, maar heb dan ook al een flesje “White Spirit” op!
Eindhoven de gekste!