De eerste keer dat Caro haar Tinderdate ontmoette, kwam hij met de tram. Achteraf gezien begrijpt Caro dat wel: “Als ik toen wist dat hij amateurwielrenner was, had ik het contact natuurlijk gelijk verbroken.”
Keurige man
Caro vertelt: “Hij leek zo’n keurige man. Helemaal niet iemand van wie je verwacht dat hij zichzelf superieur op de weg voelt en het nodig vindt om veel te dicht op mensen te rijden. Daardoor kwam het extra hard binnen toen bleek dat hij in werkelijkheid de binnenstad terroriseert met zijn hobby. Dat hij zelfs geen bel op zijn fiets had, omdat dat gewicht scheelde en dat hij daardoor steeds hard ‘heuuuujjj’ moest roepen als hij mensen inhaalde, voelde als een doodsteek.”
Confrontatie
“In het begin spraken we steeds af op terrasjes, maar na een paar weken daten wilde ik toch bij hem over de vloer komen. En daar zag ik hem staan. In het trappenhuis. Een wielrenfiets. Een blauwe. Eenmaal in zijn slaapkamer vond ik een bijpassende helm, een goed aansluitend pak en van die klik-schoentjes waardoor veel ongelukken ontstaan. Ik wist niet wat me overkwam. Ik vind mezelf niet naïef. Toch was ik erin getuimeld. Toen hij even naar de wc ging, greep ik mijn kans en vertrok. Onderweg naar beneden heb ik nog even zijn ventiel eruit gedraaid, zodat hij me niet kon achtervolgen. Ik ben er nog steeds kapot van.”
De naam in dit artikel is gefingeerd.
Ik heb ook een fiets!