John zat flink in de knoop met zijn positie in de wereld, tot hij vleesparfum ontdekte. “Ik kan weer lachen, ik wil weer slaan.”
“Het draait allemaal om de juiste verhouding jus en rundvleesbouillon. Als je dat verknalt, wordt het een mengsel dat je niet op je lijf wil. Ook niet erin trouwens.” John roert gehaktballen door een pan. “Maar als je het goed doet, whoah. Daar kan geen Calvin Klein tegenop.”
John giet de dampende jus bij het bouillon. “Als het in je mond komt, is het ook niet erg. Wel is het handig om even te wachten tot het is afgekoeld. Die fout maak je ook maar één keer. De vrouwtjes gaan hier heel goed op. Ze willen allemaal met me douchen. Of nou ja, ze willen allemaal dat ik ga douchen.”