Ja hoor, het is weer zover: in het buitenland klagen ze over onze voetbalcultuur. Ditmaal is het Maurizio Sarri, de trainer van Lazio Roma, die voorafgaand aan de uitwedstrijd tegen Feyenoord iets aan te merken heeft op onze oer-Hollandse voetbalgebruiken. “Ik heb liever dat ze mij beledigen dan dat ze met urine gooien (in 2022 smeet een Feyenoord-fan een katheter naar hem, red.)”, stelt hij. Waarom begrijpen buitenlanders, in dit geval de Italianen, onze voetbalcultuur niet?
“In het buitenland zien ze het gooien van urine niet direct als iets dat hoort bij een voetbalwedstrijd”, stelt historicus en voetballiefhebber Jarko Duiksma. “Nederlanders zijn altijd een beetje onbegrepen geweest, in dat opzicht. Toen het totaalvoetbal van Cruijff en Michels opkwam, zag je ook dat ze dat in het buitenland aanvankelijk niet helemaal snapten. Veel voetbalsupporters denken dat er nu iets soortgelijks aan de hand is.”
“Voetbal is natuurlijk the people’s game, het spel van het volk. Het mooie aan Europese wedstrijden is juist dat je in contact komt met andere culturen”, zegt antropoloog en zelfbenoemd “liefhebber van het spelletje” Claire Reuser. “Je ziet wel vaker dat Italianen daar niet helemaal voor openstaan, zo zijn ze ook altijd behoorlijk kritisch als Nederlanders daar ter plaatse een keertje een monument vernielen. Jammer, vind ik dat. De heer Sarri zou ook kunnen proberen zich te verdiepen in de lokale gebruiken en het gewoon allemaal over zich heen te laten komen.”
