Op vrijdagavond schuif ik aan in Adjectief, een nieuw, eigenzinnig en verfijnd restaurant in het hippe, bruisende, maar ook toegankelijke Beverwijk. Aanvankelijk is het indrukwekkend, imposant en imponerend, maar het blijkt ook een stoer, uitdagend, functioneel, sfeervol en aangenaam totaalconcept. Prachtig. Intiem. Fijn.
Innemende gastvrijheid op onbuigzaam en splintergevoelig steigerhout, dat klinkt contrasterend, verontrustend en irreëel, maar past tevens naadloos en luchtig in een verstedelijkt-landelijke omgeving als het voormalig uitgewoonde fabriekspand waarin Adjectief haar veelbesproken intrek heeft genomen. De goedgebekte en tevens Hollands geschoolde serveerster maakt bij initiële aanvang nog een enigszins door zenuwen ingegeven matig nerveuze indruk. Gelukkig weet ze ons op beknopte wijze uitgebreid door de omslachtig gereduceerde in Wagyu-leer gebonden menukaart te loodsen.
Het menu behelst drie gangen. Het voorgerecht bestaat uit soepele, friszure en zachte smaken maar is tegelijkertijd een spannende sensatie door de toevoeging van complexe, verrassende en pittige contrasten. Het maakt het vlezige voorgerecht tot een spannend maar ook ietwat misplaatst geheel. Dungesneden, gekonfijt, goudbruin, maar gewoon niet zo lekker.
Het hoofdgerecht lijkt gemakzuchtiger en stroperiger, het ziet er stoffig, flauw, gepureerd en geprakt uit. Ook de opmaak is bezield maar weinig inspirerend. Het is geen gaaf geheel, het is een ongepaste, brutale, gefrituurde rommel. De eerste hap is echter direct urgent, de smaak is klassiek en traditioneel, het tonggevoel zacht en zalvend. Het is verbluffend, maf, met een toefje verbazing.
Gelukkig knalt het dessert er weer uit. Het is een complex prikkelend schuim van tintelende smaken op een bedje van een toegankelijke bite, vergezeld van keiharde gekarameliseerde indrukken. Dat alles voorzien van exotische, tedere en smeugie accenten die prachtig combineren met de krachtig gefermenteerde en tevens magische opsmuk van een moeilijk te plaatsen garnituur. Met een vleugje kardemom.
Wij geven een rijkgevulde en eigentijdse 7,5 in een jasje van een 8.
Maak me zorgen over de toenemende mate waarin bedrijven en instellingen je willen ontzorgen met totaalconcepten.
Juist. In feite worden we nu al van de wieg tot het graf geleefd in totaalconcepten. Na opheffing van de verzorgings-/welvaartsstaat is -met het ancien régime- ook armoede grootschalig geherintroduceerd met voedselbanken, gaarkeukens en kringloopwinkels. Dit is een totaalconcept waarin de onderste strata niets rest dan ZZP’er zonder vooruitzichten te worden met inkomenloze arbeid of een arbeidsloos inkomen onder bestaansniveau. We hoeven zelfs niet meer geboren te worden. ‘t Gaat érg goed met…
hmm, ja, de andere kant van de medaille.
Mensen bewegen zelfstandiger te worden is goed, zei het laatste restje liberaal in mij.
De pragmaticus ziet dat dit afbraakbeleid hooguit nog een kabinet doorgaat, en dat dan de problemen uit de riolen kruipen. GGZ, illegalenopvang, nieuwe armoe: overlast en criminaliteit op straat. Milieubeleid vergeten? Ook als je rechts bent, kun je bedenken dat je hiermee het lid op je neus zal krijgen.
Naast culinaire hoogstandjes à la carte, had eigenaar Thierry Paysan een interessant nieuwtje over een verbouwing binnenkort. Om tijdens de komende lokale I.S.-festiviteiten deze feestmutsen buiten te houden, gaat Thierry zijn dubbelglazen pui voorzien van pantserglas dat bestand is tegen AK-47 munitie en een bomvestvrije deur. Zelfs gasten aan tafels bij het raam kunnen dan tijdens schuttersfeesten gewoon dooreten zonder angst lood in hun chateaubriand aan te treffen. Geluids- en energiereductie zijn bijkomende voordelen. Thierry spreekt van noodzakelijke aanpassingen van horecagelegenheden en in het habituele uitgaanspatroon
Het is mij te bijvoegelijk….
Ben toch even zelf langs geweest ondanks de lauwe Speld-recensie. Had als amuse ‘Enjambement’ à la carte nog maar net achter de kiezen met de plaisanterie “Syntaxis” als chromatische follow-up of de chef informeerde al of “het gesmaakt had”. Het was zeker geen 3 *** niveau waarop ik en vriendin werden onthaald maar voor € 190,38 incl. een mooie fles Château Migraine ’69 Grand Cru Bourgeois, toch een aardige propositie. Advies; kies wel een tafel naast de nooduitgang i.v.m. I.S. interventies die na de boude oorlogsverklaring van onze MP niet lang kunnen uitblijven.
Ik zeg ; ‘ Febo ‘.
Dit is geniaal. Echt fantastisch. Spijker op de kop, alweer.
Flauw.
Beetje zout erop doen. (Kalium zout, Natrium zout is slecht voor de nieren)
Ik blijf het liever houden bij mijn stamcafé ‘Joris ende Draeck’. Het enige minpunt was de laatste keer dat de vrouw van Joris me kwam bedienen.
Hun geflambeerde gerechten zijn overheerlijk.
ik heb toch liever geflambeerd ijs dat eerst gefrituurd is in de frituurpan.
Ik ben meer van eetcafé “Het Voegwoord” Meer en-en dan of-of.
Hier recentelijk de dis genoten. De keuken is in mijn optiek teveel met de details bezig, waardoor ze geen duidelijk punt maken. Gelukkig maakte de ambiance, waaronder een optreden van Freek de Jonge, een boel goed. Tip: bestel de gebakken lucht, aan tafel bereidt!
Bereden
Laatst nog in restaurant Subjectief gegeten. Ik vond het lekker pittig, maar mijn vrouw meende haar smaakpapillen verbrand te hebben. De wijn vloeide rijkelijk; mijn wederhelft houdt het liever bij een Bob-arrangement. De ruige placemats op de houten tafels noemde mijn vrouw “stoer” maar ik geeft de voorkeur aan stoffen tafelkleden en dito servetten. Al met al geef ik ze een ruime 8, maar mijn vrouw komt niet verder dan een mager zesje
Al decennia suggereer ik frequent een complexiteitsantagonistische taalmodificatie, maar het support is minimaal.
Noem mij een boer, maar ik eet liever in café “Het verkleinwoordje”, die zit op t’hoekje.
Als je daar eet, ben een boertje.
020 zeker?
Wij hebben alleen werkwoordrestaurants.
Spreekwoordelijk vernieuwend zou ik zeggen.
Daar ben ik het lichtelijk matig in zekere zin mee eens,