Turkije valt Iran, Twitter, mensenrechten en Armenië aan

Turkije is begonnen met het uitvoeren van aanvallen op dingen die president Erdoğan niet bevallen. Ankara voelt zich onder meer bedreigd door Twitter, Iran, Israël, mensenrechten, Armenië en het Amerikaanse leger.

Turkije had eerder al de strijd aangebonden met IS, de Koerdische PKK en de burgerlijke vrijheden. Volgens premier Ahmet Davutoğlu is dat echter niet voldoende om de nationale veiligheid te beschermen: “Turkije maakt geen enkel onderscheid tussen de verschillende krachten die de stabiliteit in de regio bedreigen. Meedogenloze terroristen, een open internet en rechten van minderheden: wij zullen niet rusten tot ze verdwenen zijn.”

Turkse jachtvliegtuigen hebben inmiddels bombardementen uitgevoerd op Teheran, de scheiding van kerk en staat, YouTube en de Amerikaanse luchtmachtbasis al-Udeid in Qatar. Of Ankara ook grondtroepen naar omringende landen, sociale media en ideeën gaat sturen, is nog onduidelijk.

Defensiedeskundige Rob de Wijk denkt dat de Turkse inmenging voor grote veranderingen gaat zorgen: “Je ziet dat Turkije als grootmacht in de regio nu echt zijn verantwoordelijkheid neemt. Krachten als de democratische rechtsstaat, Saoedi-Arabië en Facebook hebben lange tijd hun gang kunnen gaan, maar nu de Turken zich ermee gaan bemoeien is dat echt wel afgelopen.”

De Turkse regering overweegt om ook aanvallen op Turkije uit te gaan voeren. President Erdoğan vindt dat het land zich de laatste dagen opvallend agressief manifesteert: “De Turkse president vertoont megalomane trekjes. Wij houden dat scherp in de gaten. Turkije zal nooit een tiran in het hart van onze regio tolereren. Als hij zich op deze manier blijft opstellen, kunnen wij niet anders dan ook Turkije de oorlog verklaren.”