In de Nederlandse wetenschap worden af en toe voorbarige conclusies getrokken. Dit zal waarschijnlijk blijken uit een vrijblijvend rapport van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).
Voor het rapport is een steekproef uitgevoerd onder een wetenschapper. Deze zou zich bezighouden met onderzoeksvelden die voldoende wetenschappelijk raakvlak hebben voor gevolgtrekkingen.
“Bijna anderhalve dag hebben we een hoogleraar geobserveerd,” aldus onderzoeker Jaap de Vegt. “Tijdens de meeste colleges was het lastig de aandacht erbij te houden, maar toch krijg je zo een redelijk beeld van het niveau van de Nederlandse wetenschap.”
De Vegt: “Aan de hand van een eerste indruk wilden we globaal in kaart brengen hoe sommige conclusies tot stand komen. Volgens onze inschatting komen onderzoekers zo nu en dan te makkelijk tot een eindoordeel. Dat zou een zorgwekkende indicatie kunnen zijn dat er ergens iets niet goed gaat. Op zichzelf zou je daar heel scherpe maatregelen tegen kunnen nemen.”
Volgens Hans Clevers, president van de Koninklijke Nederlandse Academie voor Wetenschappen, zouden de uitkomsten schokkend kunnen zijn: “Het is goed denkbaar dat ik verbijsterd ben. Juist in de wetenschap zou het best belangrijk kunnen zijn dat je je stellingen op gedegen wijze onderbouwt met feiten. Dat vind ik gewoon.”
De mogelijke aanbevelingen van het rapport worden niet door iedereen omarmd. Tjeerd Veldman, natuurkundige van de Universiteit van Twente, wil misschien wel opheldering over bepaalde zaken. Volgens Veldman is het wellicht niet duidelijk hoe de werkwijze van wetenschappers verbeterd kan worden. Ook is het mogelijk dat hij het academische gehalte van het onderzoek onder de maat vindt. Veldman wilde niet reageren.
Clevers doet een oproep aan de nieuwe minister van Onderwijs voor meer onderzoeksgeld: “Dat wil zeggen: als de bevindingen uit ons onderzoek kloppen. Ze moeten niet met de overhaaste conclusie komen dat dat ook zo is.”
gelukkig zijn er jonge onderzoekers die puur voor objectiviteit gaan, zoals binnenkort in het wetenschapsblad “Science” te lezen valt:
http://collectivelyunconscious.wordpress.com/2012/10/27/new-objective-paper-published/
Dit is best wel onverwachts. Men doet hier alsof, of ten minste, men probeert hier te doen alsof veel conclusies af en toe te makkelijk zijn. Maar als ik dat zo hoor, zeg ik, dat is best wel heftig.
Men kan niet voorzichtig genoeg zijn, met het voorspellen van voorlopige tendensen van hoe af en toe de dingen zo zullen lopen als ze veelal doen. Men kan soms beter overwegen een slag om de arm te houden. Doet men dat niet, dan kan men het best wel soms verkeerd inschatten.
Toch misschien wel niet, toch. Met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid twijfel ik of hier eventueel sprake zou kunnen zijn van een journalist.
Ik neem met betrekkelijke aan waarheid grenzende waarschijnlijkheid aan dat dit geen journalist is, maar pin me er niet op vast.
Toch zien we hier weer die absoluutheid en hijgerigheid van de journalistiek terug in de kop. Veel conlusies?? Dient daar dan niet te staan ‘een redelijk aantal conclusies’ zodat ook de kop als vlag de lading blijft dekken? Maar ja, de journalist gaat hier weer eens voor je snelle succes van een absolute kop!
Nou moe, hoezo zijn veel van ons af en toe te makkelijk ? Zijn we lui, of zo ?
En de voorbarigen onder ons worden zelfs af en toe getrokken.
Waar gaat dit naar toe ? We kunnen alleen maar concluderen dat het bergafwaarts gaat met de waardering die wij ontvangen. Bah, dus !
Geniet, maar denk met mate met maten.
Denken? Ik moet er niet aan denken!
Geblondeerde man,
Laat mij dat nu altijd al hebben gedacht.
Hier wordt teveel gedacht zonder in het bezit te zijn van de benodigde diploma’s. Dat kan ernstige gevolgen hebben.
Een welgemeend advies met name aan de knulletjes Rutte en Bokhoven: Laat het denken aan echte denkkundigen over.
Dit artikel zou wel eens satire kunnen zijn.
U denkt te veel..
Ik kan hier niets mee. Is er überhaupt al meta-onderzoek verricht naar de juistheid van feiten?
Desalniettemin zou uit historisch onderzoek aangaande deze materie wellicht blijken dat men niet overhaast tot niet-verifieerbare conclusies zou moeten komen. Vaak is het verstandig een en ander vanuit meerdere kanten te bezien. Niet over een nacht ijs gaan, zoals sommige van onze voorouders nog wel eens plachten te zeggen.
Mee eens. (Denk ik)
Inderdaad, ik ook, hoewel…
Mooi. Dan zijn we tenminste met zijn tweeën. Toch?
In principe wel, tenzij u toch anders gaat denken en/of bij mij de twijfel definitief toeslaat…
Hoorde ik mijn naam?
Inderdaad De Twijfel (m/v), maar graag handen thuis houden.
Nu suggereer je dat er een verband zou bestaan tussen het aantal conclusies en de mate van voorbarigheid, dit is op zijn minst voorbarig te noemen.
Ik ben zeer blij met deze opheldering!
Graag zie ik dit artikel uitgewerkt of aangevuld in een aantal presentatie slides. Het gebruik van grafieken en andere grafische hulpmiddelen zullen dit statement goed kunnen onderbouwen.
Ik ben zeer bewust dat veel conclusies voorbarig zijn, maar wel vraag ik me af, wanneer spreken we van ‘veel’ en ‘tot hoe lang van te voren’ spreken we van voorbarig. als we deze twee variabelen op de daarvoor bestemde assen plaatsen zullen we snel een duidelijker beeld krijgen die we dan zouden kunnen vergelijken met de, nog nader op te stellen, conclusie modellen.
Dit artikel is te kort door de bocht. Probeer dat maar eens.
“Te kort” is uiteraard wel een afgeleide van de scherpte van de bocht, zou ik als voorlopige te gemakkelijke conclusie willen poneren. Nader onderzoek is geboden.
U draait!
Heeft Robbert Dijkgraaf de problemen al ontkend?
Het klinkt allemaal best wel hypothetisch vind ik. Zijn er ook waarschijnlijke kruisverbanden gevonden, of indicaties van resultaten?
Een waarschijnlijke gevolgtrekking kan zijn dat sommige niet getrokken conclusies af en toe juist te moeilijk blijken te zijn geweest.
Dat gevoel had ik nou ook altijd. Dat E=MC2 is veel te stellig geformuleerd: omgekeerd is denkbaar en meerdere combinaties ook: M=C2E bijvoorbeeld. En dan toch maar doorgaan met die ene.
Net zoals in dit artikel de frase ‘Nederlandse wetenschap”: men gaat hier zo maar klakkeloos daar van uit dat dat bestaat. Hevig onderzoek zal moeten uitwijzen of dit wel bestaat.
Akke, de juiste stelling had moeten zijn: E is ongeveer gelijk aan MC2. Dit bouwt een mogelijke onzekerheidsfactor in. Mijn wiskundeleraar sprak hierover de historische woorden: “U lijkt wel een fysicus, die bouwen ook overal een onzekerheidsfactor in, maar wij wiskundigen doen alles gewoon op z’n janboerenfluitjes.”
Nee sorry, je gaat voorbij aan andere combinaties, dus veels te stellig en voorbarig. Ik heb nog helemaal niets kunnen vinden daarover; iedereen emmert maar door over die E die iets zou zijn.
Wel, Heer Van Bralhuyzen. Kenneljk hadden wij dezelfde wiskundeleraar. Hij berekende alles volgens de JBF-methode, waarbij JBF stond voor de door u genoemde fluitjes. Algebraïsche staartdelingen wikkelde hij af volgens de gokkie-gokkiemethode, waarbij hij zonder het uitschrijven van de staart het antwoord in één keer op het bord neerschreef. Dit alles sneller dan wij het konden overschrijven.
Een steekproef bestaande uit een enkele wetenschapper is geen wetenschap maar een natte duim…
Wat een boude conclusie op grond van één luttel artikel! Ik ga u toch ook niet op grond van deze ene reactie van vooringenomenheid betichten?
Nee Bant,
Natte duim is een ander onderzoek of zou dat moeten zijn.
Beste Vera,
Jouw geloof in de wetenschap is stuitend.
In mijn tijd was het altijd een natte vinger, maar nu schijnt er ook een natte duim te bestaan. Betekent dit dat er vorderingen zijn gemaakt?
Beste heren, mevrouw en sokken,
Nu jullie het daar toch over hebben. De natte duim/vinger (‘s winters de natte/lopende neus) geeft volgens onderzoek bij onderzoek in de sociale wetenschappen (‘s winters achter de warme kachel) overeenkomstig resultaat.
Daar de natte duim/vinger (‘s winters de nattelopende neus) goedkoper is en sneller resultaat oplevert, heb ik voorgesteld om hier verder mee te gaan.
Beste heren, mevrouwen en sokken,
Bij de coalitiebesprekingen hadden wij slechte ervaringen met de natte vingers/duimen van het Centraal Planbureau. Gewoonweg te onhygiënisch, zelfs voor mij.
Derhalve hebben wij een andere probate methode gebruikt, die van het muntstukje opgooien. Ik had natuurlijk munt en die jongen van Samsom kop.
p.s.
De natte/lopende neus konden wij uiteraard pas na het begin van de wintertijd in stelling brengen. Maar toen was het al te laat.
Het doet mij deugd dat jonge generaties politici zich hygiënisch bewust zijn ten aanzien van natte vingers en duimen. In dit verband wijs ik op het hygiënisch cordon dat te linkerzijde ooit werd gelegd rond Geert Wilders maar dat door de rechtervleugel gedooglijk werd verbroken.
Ik weet nog goed hoe ik -bij de aanvang mijner betaalde arbeid- soms kassiers kon betrappen op het gebruik van rubbergedekte duimen en wijsvingers bij het tellen der banknoten; dát waren nog eens hygiënische tijden terwijl al heel lang bekend is dat ‘Pecunia non olet’! Nu pas snap ik dat het moest voorkomen dat de tellers zich daarbij de vingers aflikten. Thans zijn nog slechts enkele onderbetaalde volksvertegenwoordigers met een natte vinger te lijmen. En leden van de Provinciale Staten van Noord-Holland, zo vernam ik van mijn inside informateur, VVD-exponent Ton H. Na een gedegen kosten/baten-analyse lijkt verder onderzoek mij hier zeker op zijn plaats.
Het lijkt me gepast dat ik hier op reageer.
Diederik Samsom, of Diederik Smit, loopt u nu niet te hard van Stapel?
Aan de kop van het artikel kon ik al weten dat het een mogelijk slecht onderbouwd relaas zou kunnen zijn. Ik ben blij dat ik niet van plan ben het vanavond misschien grondig te gaan lezen. Het is waarschijnlijk zeer slecht voor mijn nachtrust.
Beste of niet beste Roy,
Het is heel goed mogelijk dat uw nachtrust al zeer slecht was of niet natuurlijk, voordat u eventueel het plan wilde oppakken om te overwegen of u De Speld wel of niet hartgrondig zou doorlezen op uw tablet, schootcomputer, telefoon of uw pc, als u daar al uit zou komen voordat het artikel actueel of achterhaald zal kunnen zijn.
Doch er is een gerede kans dat uw dagrust meer in gevaar is dan wel geholpen door de activiteiten die u dan niet hierboven heeft vermeldt of had willen noteren.
Of ik zal afsluiten met of zonder groet is onderwerp van studie.
Mogelijk reageer ik of reageren wij op het artikel, maar ik weet/wij weten waarschijnlijk nog niet precies wat te schrijven.
Misschien is het dan beter geen reactie op te sturen, maar dat is nog de vraag.
Sommigen vinden het leuk als eerste te reageren, maar of ik dat ook zo vind c.q. wij dat ook zo vinden valt te bezien.
U loopt erg hard van stapel. Meteen ingaan op de vraag of u gaat reageren is hoogst voorbarig. Er is eerst de prealabele vraag of u De Speld gaat lezen.
Wellicht een goede opmerking, maar ik ben/wij zijn er bijna uit of de Speld gelezen gaat worden, al is het niet zeker dat dit ook bovenstaand artikel zal impliceren. Enfin, u hoort nog, vermoedelijk.