De eufemisering van het Nederlandse taalgebruik is ‘misschien niet de beste ontwikkeling die we hebben gezien in Nederland.’ Aldus duidt overtuigingsgezelschap ‘De fluwelen handschoen’ de taalkundige trend van de afgelopen decennia.
Het gezelschap pleit voor ‘niet weinig doortastende maatregelen’ om de oprukkende eufemisering ‘voor zover mogelijk op het gebied van frequentie en/of intensiteit tot proporties te reduceren waarin de onderlinge communicatie alsmede het begrip van de Nederlandse taal op zich, mits niet leidend tot interpersoonlijke conflicten en/of vervreemding, zich kunnen verheugen in een trend waarmee alle betrokken partijen, zowel zender als ontvanger, zich in positieve zin kunnen identificeren.’
Splintergroepering Overdrijving is Moord is fel tegen het initiatief gekant: “Het eufemisme als stijlvorm is het Walhalla van de taal. Juist de hyperbool is de kanker van het hedendaagse taalgebruik. Met het te pas en te onpas overdrijven als stijlvorm vergeleken was de Holocaust een theekransje. Met een goed getimed, onderkoeld eufemisme kun je het genot van taal bij de mensen tot orgastische hoogten stuwen.”
De kemphanen worden tegengewerkt door Eigen Taal Eerst, dat zich vooral stoort aan allochtone invloeden op de vaderlandse taal. “Het Nederlands moeten we coûte que coûte beschermen. Het je ne sais quoi van het Nederlands, dat kun je gewoon niet capturen in het Engels. En van germanismen voelen mensen zich überhaupt unheimlich, maar dat is nicht im Frage. Voor je het weet worden boegbeelden van eigen bodem als Peter Sloterdijk en Jonathan Franzen door de jeugd helemaal niet meer gelezen.”
De onrust tussen de twistende taalgroeperingen is volgens zowel pleonasmedeskundigen als anti-alliteratici een onnodige bijkomstigheid, die met het oog op de geringe relevantie in de taalbelevenis van het leeuwendeel der gebruikers spoedig tot het verleden zal behoren.
Koop nu de Speld Scheurkalender op speld.nl/shop
Al kijk is zo naar de foto: kunnen ze maar beter opnieuw rijlessen Den Haag nemen volgens mij? 🙂 Ik ken nog een goede rijschool zoetermeer waar je gratis gratis proefles auto kan nemen maar aan de hand van die foto! MAN MAN…
Beste JWG: het misverstand over “im Frage” blijkt zeer hardnekkig.Alvorens we een nieuwe polemiek starten wijs ik u, wellicht ten overvloede, nog eens op de lemma’s 4 en 4a van deze reeks gedachtenwisselingen.
Tegenwoordig kan een “IM frage” ook nog.
Im frage? IM frage?
Geen duits gehad op school? Of is het een eufemistisch germanisme?
Veel nieuws lees je niet voorbij de meanderend transport verbindingen (rivieren denk ik) – ik zou wel eens wat willen lezen over die mooie hoeve, die er niet meer is, of dat parkje opgerold als een criminele bende..
Dat ooit zo glorieuze marktplein of gemeentehuis, weg, opgedoekt.. Weemoed..
Wee..wee..
Als een Provincie zich niet zichtbaar maakt.. raakt ze verdwenen in de volgende druk van de bosaltas. Dat is een belangrijk gegeven. En we moeten provinciaals ook veel meer waarderen zoals dat in de huidige polikliniek ook gebeurt. Pleister erop of kusje, wat budgetair beter is te verkopen is en hup verder ander werelddeel op.
Ik wil ook de kolenmijnen weer open – niet alleen voor het winkelend publiek maar ook voor mensen die diepgang zoeken in de lagen van de samenleving.
Het antraciet van de samenleving, samengeperst, compact, vet of droog, versplinterd.. maar het brand.
Raamwerken, spanten, gallerijen.. de kunst zit bij ons heel diep.. en dat is geen verzachtend woord gebruik – das die steenlaag harde werkelijkheid.
Er valt nog heel wat te delven..
je moet er alleen even voor graven.
Zie die grote wielen draaien
de kabel trekken strak
De helmen komen boven
helaas niet in een heel net pak
De gezichten staan op half zeven
want dan is het tijd voor die warme hap
Een lekkere schijf van vijf
of voor die beginners een ontbijt.
Kijk, zie ze daar nu boren het stof
allom, zweten van angst maar meer
door de vlijt.
ach die goed oude tijd..
komt balt wieder..
die leute stehen slange
wahten auf die erste ton
alles wieder runter lassen
man guckt gut aufpassen
jeder ist dein bester freund
_________________________________________
Dit geheel is speelbaar gemaakt voor gitaar
en/of blokfluit – andere instrumenten
zijn mogelijk na uitdrukkelijke
toestemming van de opzichter
ter plaatse.
Herauthon; waarschijnlijk opzettelijk door u gedaan, maar zoals u in uw SinterClausgedicht het Duits verminkt, doet denken aan troglodieten in overheid en bedrijfsleven: “Es ist wieder maal kauss baussen”. Zo stelt u bijv. “Komt balt wieder” i.p.v. “kommt bald wieder” en “die leute stehen slange, wahten auf die erste ton” i.p.v. “Die Leute stehen Schlange, warten auf den ersten Ton”. In uw optiek passend, zou dit gedicht moeten worden gespeeld op de ribben van uitgemergelde KZ-gevangenen.
Ik adviseer u (65 jaar na dato) toch iets aan dat verdrongen KZ-syndroom van u te doen. Duits “an sich” bestond al redelijk lang vóór Hitler en het zal nog bestaan tot aan de eindtijd van de Euro; als we op democratische gronden allemaal Arabisch en/of Turks moeten beheersen.
Ma en pa, jullie zullen het niet leuk vinden, maar ik zet mij in voor Lutjebroek!
Nou dat is dan 1-1!
Ik wil terug naar het oorspronkelijke bericht en wijs er op dat het “minder geslaagd” in de titel niet van toepassing is op de situatie in ons land. Sinds de invoering van het nieuwe pinnen is vrijwel iedereen geslaagd.
Even dit.
Redactie, wat betekent “WP Ajax Comments Comment Editor” als ik alleen even wil bewerken?
Nog één hierna om in de club van honderd te komen, ondanks de lage telling van 31 en dat is geen eufemisme.
Kom op jongens, laat zien dat jullie plaats het waard is.
Waar blijven overigens die verwaande Friesen en Limbugers?
Bingo, Paulus!
Een – nul voor Rotjeknor. Welke plaats gaat daar overheen?
Waar blijft Mokum? Jullie laten je toch niet kisten? Kom op!
Verschoon mij; het is toch Paulus de Den Boschkabouter? Uit Den Bosch waar ook de bollen vandaan komen, mitsgaders een end uit de richting van de Bollenstreek?
het is slechts een vraag.
Paulus de Snertkabouter is meer op zijn plaats. Vanuit Scyedam heb ik in deze kroniek het 100e bericht geplaatst en hij heeft het punt toegekend aan Rotjeknor. Een querulant uit het oliekontenland.
Hah! Het moet mij van het hart dat deze bullebijter dewelke zich vasthoudend aan postbezorgers klampt, met hogere intelligentie begiftigd is dan voornoemde brievenbestellers van de ondersoort Paulus.
Immers; de nobele terreinverdediger heeft geen ampele overweging nodig gehad teneinde deze kwanten te kwalificeren als hoogst onbetrouwbaar: niet elke dag aanwezig en niet op gezette tijden.
Natuurlijk houdt deze Cerberus dan de bode staande teneinde verantwoording af te leggen aan de familie des huizes.
Me dunkt dat de muilkorf eerder mw Verver toekomt dan deze mensenredder!
Hendrik I van Mathenesse Spaland; daar heeft u zich toch even lelijk uit de tent laten lokken door de familie Paulussen die zo pandemisch actief en aanwezig is in deze kolommen, middels haar vele epigonen. Ten aanzien van de kuitenbijter van Vrouw Slingeland verzoek ik om enige matiging van uw voornemens: Vrouw Slingeland (de trotse dochter van fietsenmaker Arie Slingeland uit de Adrianalaan) heeft haar Sitting Bullterriër recent moeten laten muilkorven, omdat deze het voorzien had op parttime postboden en leden van de omvangrijke Paulus-clan alhier. Een hernieuwd beetcontact met Paulusiaanse ledematen zal leiden tot een inbeslagname van deze zeldzame bull-soort. En Vrouw Slingeland verdrieten.
Rotterdammers, schamen jullie je niet diep? Ik ken jullie stad en haar geschiedenis beter dan jullie zelf, ondanks dat ik er enige onaangename tijd met groot ongenoegen heb moeten wonen.
De genoemde dame heet Van Slingelandt met “Van” vooraf en met een “t” op het einde.
Uw missieve maakt duidelijk dat de door mij voorgenomen handelingen zouden leiden tot toevoeging van leed bij een eerzaam fietsenmaker en zijn nazaten. Zij mogen niet in hun huislijk geluk worden gestoord. Ik geef de zaak uithanden aan Wilma Verver die in Schiedam recent als burgemeester de laan werd uitgestuurd. Zij heeft niets om handen en kan zich op de Paulus-clan concentreren met voorbijgaan aan anderen.
Maar Tante Paulien! Wie gaat er dan ook op Katendrecht wonen? Dat is bedoeld voor passanten!
Ja Jeettje, lach maar. Ik was een voorbijganger, een expat in eigen land. Maar op Katendrecht met zijn chinezen, hoeren en pooiers ben ik slechts één keer geweest, omdat ik na eindeloze aandrang het verzoek van toenmalige collega Outsider om bij hem op bezoek te komen uit beleefdheid niet langer kon afslaan. Dat bezoek heeft niet lang geduurd. Na korte tijd bleek, dat hij iets onzedelijks van plan was, zoals alle jonge Rotterdammers in die tijd. Zoiets moet je bij een echte Bosse niet proberen. Hij is daarna nooit meer gezien bij het Rotterdams Nieuwsblad. Het trof dat de Telegrof in die tijd zocht naar een Rotterdamse correspondent met ervaring op Zuid, want daar huisden de meesten van haar lezers.
Op Zuid heeft men mij overigens destijds alleen kunnen zien op doorreis naar Brabant vanaf het toen nog enigszins aanvaardbare CS (dankzij dat leuke hertenparkje aan de voorkant) via het Noordereiland over de Hef en Feijenoord kunnen zien. Soms nam ik omweg via Utrecht om het aanblik van de verpauperde rij huizen langs het spoor maar niet te hoeven aanschouwen. Mijn medelijden met de Rotterdammers is toen ontstaan.
Neen, nu moet ik echter wel een glimlach onderdrukken: dat zeiden ze allemaal die er geweest zijn op Katendrecht: “maar één keer!”. Jawel, en gij gleuft dat, zoals men in uw dialect weet uit te brengen.
Overigens lag het hertenkampje bij de plek waar de Nieuwe Doelen zou verrijzen, mits ik mij juist herinner, midden jaren ’60.
De achterkant van de Rosestraat was inderdaad een toonbeeld van treurnis, ik geef het u toe: hetzelfde gevoel bekruipt mij als ik een enkele maal per trein naar die andere stad reis, waar men na meer jaren herverher-oud-en-nieuw-bouw dan het de bouwmeester destijds kostte om het op te trekken, eindelijk meent gereed te zijn. En het staat nog boven de grond; voorwaar een prestatie om trots op te zijn in een stad waar het eufemisme voor gierende mislukking ‘Noord-Zuidlijn” geheten is.
Hoewel de eerlijkheid gebied te zeggen dat het aanrijden per spoor nu niet direct langs de fraaiste wijken geschied: Brussel, Antwerpen,Luik, Parijs, Nice; het is zelfs een internationaal gegeven waarmee menig scriptie van afstuderende sociologen geschreven zou kunnen worden.
Qua onzedelijke bedoelingen: die hebben Rotterdammers nooit, oud noch jong: u vergrijpt zich hopelijk toch niet aan leeftijdsdiscriminatie?
Onzedelijk, há. Is u non? Levenslustig is de term, opgestroopte mouwen en er tegen aan: ik heb begrip voor de cultuurschok, maar onzedelijk ….driewerf neen!
Maar mijnheer Jeettje, vind jij dan de Punaise zo’n verbetering of de wiebelende malle overbrugging van het tochtgat dat uw gemeente doorsnijdt. Die wordt in uw taal de Zwaan genoemd. Die mooie maar slappe brug moet tijdens het jaarlijks loopfestijn van Midden-Afrikanen extra worden ondersteund. Bent u trots op het dure moddergat achter Dijkzigt en het veel te hoge faculteitsgebouw waardoor de abseilpaal ten zuidwesten van hèt Park (overgebleven van de Floriade die ik toen nog heb bezocht) verhoogd moest worden met iets wat jullie eufemistisch (en nu zijn weer terug op het onderwerp) “spacetower” noemen?
Tja, als je niks beter gewend bent.
Overigens heb ik nog een tijdje in Capelle a/d IJssel gewoond, maar ik ging liever gewoon dood.
En in o.a. Amsterdam Oud-Zuid bij het Olympisch stadion. Wel aardig, vooral omdat mijn baas destijds de huurprijs wilde betalen. (Kopen was toen al te prijzig.) Het Amsterdamse Bos lag in de buurt, maar dat is weer zo’n park dat eufemistisch bos wordt genoemd, net zoals het “bos” dat in een zeer gemêleerde wijk als Kralingen ligt. (Daar noemen ze een oude straat, erger dan de Nieuwe Binnenweg, eufemistisch Avenue Concordia!)
Moet ik nog even doorgaan of verhuis je al direct naar de meest gastvrije stad van Europa, ‘s-Hertogenbosch?
“Joh, hoe komp dat nou?” zou een rasechte Rotterdammer zeggen. De Rosestraat en de Oranjebóómstraat (zo legt men in Rotterdam de klemtoon) zijn ooit neergezet rond 1850 toen de zuidkant van Rotterdam, dat toen Braakliggend terrein was, werd omgevormd tot een nieuw aan te leggen havengebied waar de arbeiders ook zouden wonen. De visie kwam neer op wonen en werken in de haven. Als daarna de buren de stad in puinpoeier gooien moet je in de naoorlogse jaren alles weer neerzetten, maar met het oude “ietsje” langer doen dan anders het geval was geweest. Je begint wel vanuit een achterstand, toch? Inmiddels is er driftig nieuwbouw gepleegd en je kent de oude situatie niet meer terug. Afgezien van het Stieltjesplein, een 50 meter van de oude Rosestraat, het entrepot en het Poortgebouw is het een totaal ander stadsdeel geworden. Zeker niet vrij van problemen, maar mensen die verstand hebben van architectuur hebben de jarenlange ontwikkeling wel degelijk gevolgd. Een minpuntje is wel dat men veel appartementen voor yuppen heeft gebouwd zonder zich eerst af te vragen hoeveel yuppen daar eigenlijk zouden willen wonen.
En inderdaad, de aanrijroute per spoor is nergens erg aantrekkelijk. Het valt op hoe vaak de weg naast het spoor de Parallelweg heet in veel steden.
Maar één keer in Katendrecht komen was natuurlijk erg weinig. Men kon er uitstekend naar de Chinees.
Henk, daar heb jij gelijk in, maar alleen daarin. In ons dorp Oeteldonk ligt ook naast het spoor een straat die Parallelweg heet. Dat was eens een tippelzone, zoals jullie Keileweg en daarvoor de De Jonghweg, en de Ruyterkade in Amserdam.
Maar als lesbienne heb ik deze gebieden uiteraard niet bezocht, maar als werkend lid van de Vereniging ter Bestrijding van de Prostitutie (VBP) des te meer.
Ach Amice, laat hen. Niet dat ik de bullebijter een smakelijke hap verschoon, doch houdt in het oog dat het simpele landslieden zijn, vervuld van jaloursige wrok en andere primitieve sentimenten.
Door de ballotagecommissie teneinde grootstedeling te worden, zullen zij nooit geraken.
Deemoed en innige tevredenheid paren zich hier aan elkaar.
Jongens, jongens, jongens en Paulus toch. Ik moet hier echt ingrijpen. Zo kan het niet langer. Geef elkaar de hand en beloof elkaar niets opruiends meer over dat karakterloze Rotterdam te schrijven.
Ik zie ernstige beletselen en kan me hiermee absoluut niet verenigen. Ik zal u tot in de uithoeken van het heelal achtervolgen en tot in het Brabantse oliekontenland toe demoniseren. Ik stuur de bullenbijter van mevrouw Van Slingeland op u af om u te doen verslinden. Ik waarschuw niet weer!
Dank je wel, Henk, we kunnen weer een tijdje vooruit. Neef Paulus zal zich met zijn lullenbijtende labrador in de strijd werpen namens oma, opa en de rest van de familie. Wij zijn razend “benieuwd” of de bullenbijtende kat van mevrouw Van Slingelandt tegen de blaffer van onze neef op kan.
Overigens had Jonkvrouwe Christina Johanna van Slingelandt in 1790 Baron Govert Paulus van Staeten tot Pleyn de laan uitgestuurd. Daaruit is een bekend spreekwoord ontstaan, waarvan de betekenis in toenemende mate in zwang raakt.
Henk, als jij geen beletsel ziet, dan houdt de lol voor mij op. Kun je alsjeblieft alsnog beletsel hebben, al zou het maar een heel klein beetje zijn?
Overigens, waar blijven de Hagenezen, Amsterdammers, Utrechtenaren en andere grootstedelingen? Jullie kunnen ons als randstaddemoniseerders geen groter genoegen doen, dan weemoedig te schrijven over jullie woonplaatsen. Of durven jullie niet meer?
Jammer nou, Jawatnou, Meer van Spaland en Jeettje, laat nog even op zich wachten. Als oud-NRC’er moet ik tegenspreken dat postduiven de communicatie met NRC/AD (toen nog één bedrijf met twee verschillende redacties)in stand hielden. Toen waren er al de fax (facsimile) en de telex, die onafgebroken ratelde en nieuws uit het buitenland en weerberichten van het KNMI bracht. Als u nog postduiven zag overvliegen, bent u van een oudere jaargang dan de babyboomers. Ik hoop dat bezoekers van De Speld niet de relatieve oververtegenwoordiging van 010 in sommige onderwerpen zullen zien als een coup. Voor je het weet voelen de meer hypersensitieven onder ons zich uitgesloten. Ik wil onze emeritus-psychiater A.E. sr. geen nieuwe patiënten bezorgen.
Heren, heren, allereerst dank voor deze loftuitingen, doch een coup? Dat werp ik verre van mij, als een steen in de Kralingse Plas, zeg maar, of een platterikje scherend over de Binnenmaas: het is ons niet aan te rekenen.
Waar zijn de burgers van andere steden? Die uit Terneuzen hebben we nog steeds niet gehoord om uitleg te geven over die vastgelopen kanonneerboot welke zij als stadhuis plegen te gebruiken.
Die uit Den Haag nog niets horen verklaren ver het grijze monster dat Ministerie van Financiën genoemd wordt. Weten zij dan niet dat het grijs eerst rood was en dat het rood eraf moest omdat de aan het bewind gekomen regering het rood te aanstootgevend socialistisch vond? Het kan een stadsmythe zijn, want speurwerk naar foto’s van het gebouw als bewijs vlak na voltooiing heeft mij niets gebracht. Is dit een mythe of wordt er geschiedvervalsing gepleegd?
Doet er dan niemand verder aan heemkunde?
Een gevoel van verlegenheid overvalt mij bij zoveel adhesiebetuiging. Hier wordt thans het moment bereikt dat Jeettje en ondergtetekende voorzichtig dienen te worden. Als wij niet op onze tellen passen gaat dadelijk binnen de kortste keren het verhaal dat wij over de Kralingse Plas hebben gelopen.
En inderdaad: waar blijven de Utrechtenaars, Hagenaars, Oudewateraa… eh… inwoners van Oudewater? En de heemkundigen van Doetinchem, Woudrichem en Gorinchem?
Ik werp de suggestie dat wij geboren en getogen zijn in Rotjeknor namens de gehele familie ver van mij af.
Wij houden teveel van het leven om in de walm van een haven onze dagen te slijten. Rotjeknor, een plaats waar het grootste genoegen de trein naar Brabant of desnoods Friesland is.
Tante Paulien heeft inderdaad in een ver verleden daar enkele jaren moeten verblijven. Het heeft jaren geduurd tot ze weer enigszins tot leven kwam in Oeteldonk.
Nu ja, familie Paulussen, het heeft natuurlijk evengoed een tijdje geduurd voor Wim de Haan zijn boksschool weer op orde had.
Rotterdamse Henk, ja de Kralingse plas en het omliggende “bos”, daar is niks natuurlijks aan. Een aangelegd park, dat voor Rotterdammers hèt voorbeeld van ongerepte natuur is.
En nog wat, het ongezellige centrum dat altijd in de schaduw staat van lelijke veel te hoge megalomane gebouwen, waar een verlopen lijnbaan en een idiote koopgoot elk winkelgenot vergallen.
Zal ik nog even urenlang doorgaan?
Gaat u gerust door als u dat wenst. Het lucht u kennelijk op en verder kan het geen kwaad. Ik zie dus geen beletsel.
Vanuit de Eendrachtsstraat, daar waar overheen ooit de postduiven de berichtenuitwisseling van Rotterdamsche Courant in stand hielden, zeg, nee roep ik: Meer van Spaland en Jeettje!
Dat is nog in onderzoek heb ik begrepen. Het gerucht gaat dat er 4 mannen met hevige roos in een open cabriolet voorop reden.
De oorzaak van dat ongeluk op de foto lijkt me overigens wel duidelijk: de meeste bestuurders hebben niet eens de sneeuw van hun voorruit afgeveegd!
Dit even terzijde…
Jawel Opa, maar volgens mij was dat een andere kerk dan waar de treinbestuurders het over hadden.
Was dat niet de Kerk waar wielrenners vóór het zingen werden uitgestuurd door de koster? Zo heb ik in mijn amateurjaren menig rondje gereden “Rund um den Henninger Turm” zonder overigens ooit de kerk van binnen te hebben gezien.
Beste Jeettje en ook Henk,
Het kan geen toeval zijn dat mijn zoon Paulus is geboren in het jaar na dat ik de Rondje om de Kerk, meestal het RK-criterium genoemd, heb gewonnen.
Ik haak -onuitgenodigd- even in op de discussie over en nieuwe bestemming voor het voormalige postkantoor. Als kind kwam ik er vaak met mijn ouders, ik was dan altijd geïmponeerd door het hoge plafond, de akoestiek en de bijna stationsachtige sfeer. Zo heel anders dan de Puntegaalstraat die, bij het betreden- gevoelens van verlatenheid en diepe kwelling opriep. Voor het Postkantoor heb ik een bestemming die de Kunsthal (op dezelfde Coolsingel) jarenlang had in de 50’er en 60’er jaren: een tentoonstellingsgebouw. In combinatie met een Cineac met doorlopende voorstelling.
Ofschoon allang niet meer woonachtig in 010, kan ik het niet laten toch nog zo’n 2 tot 3 keer per jaar te kijken wat er nog over is van Rotterdam ten tijde van de E 55. A la récherche du temps perdu. Oude nering verdween, zielloos neon-Amerikaans getinte eetnijverheid kwam ervoor in de plaats. Oude werkgever NRC/AD is minstens al vier keer van eigenaar veranderd en in De Schouw, Witte de Withstraat, zie je geen journalist; zelfs geen melancholie. Ik haak aan bij Jeettje: het euphemisme voor landverraders is “projectontwikkelaars”, voor hetgeen zij met ‘t centrum: het hart van Rotterdam hebben gedaan zouden zij een standrechtelijke executie verdienen.
Lieve Outsider,
Je maakt mij niks wijs.
Je verbergt wel je naam achter een pseudoniem en een paspoortfoto wil je niet plaatsen, maar ik herken jou wel van toen wij nog op de West-Blaak bij het voormalige Rotterdams Nieuwsblad werkten. Je ging in die tijd in de middagpauze graag naar de Witte de Withstraat, waar toen nog vele louche café’s, illegale gokhuizen en bordelen waren gevestigd, met de smoes dat je wilde praten met een collega van NRC.
Het is hier “Binnen zonder kloppen” dus welkom. De tijd van de E55 is niet meer en vele veranderingen zijn ook verbeteringen geweest. En om aantesluiten bij tante Paulien zal men in de Witte de Withstraat geen bodelen meer aantreffen, althans officieel. Eufemistisch heet dit nu thuiswerk wat vroeger neerkwam op het vouwen van doosjes of zoiets. Onder het mom van de vooruitgang werd de prostitutie uit Katendrecht verdreven en die waaierde daarna uit over de hele stad om uiteindelijk weer aan de Keilehave tot enige concentratie te komen.
Maar de andere kant was wel dat de woonomstandigheden aan de Rosestraat erbarmelijk waren. Vanuit de trein keek je de woonhuizen binnen waar je rakelings langsscheerde. Melancholie wekken die oude beelden bij mij niet op. Het patina van de tijd maakt die oude beelden soms mooier dan ze in werkelijkheid waren. De andere kant is wel, dat ik niet zal overgaan tot verheerlijking van de “koopgoot”. De Heer straffe de verantwoordelijke autoriteiten, liefst een beetje hardhandig.
Tante Paulien, ik ken je nog wel. Je hing altijd rond bij de boksschool van Theo Huizenaar. En ook bij die van Wim de Haan in Schiedam. Wat had je daar te zoeken? Je werkte helemaal niet op de sportreactie.
Ach ja, E55. flarden vanuit de kinderwagen flitsen voorbij: het park nog zonder Euromast. De Cineac: welke Rotterdammer heeft hem niet bezocht? Dan doorsteken naar de Bijenkorf: ik kan u zeggen -ik kom er vaker- dat de geuren van de parfumerie afdeling niet wezenlijk zijn veranderd. De verkoopsters ook niet, als ik terugkijk: het moet een apart gefokt soort vrouwspersonen zijn aan wie deze mooie taak is toebedeeld.
Over geuren gesproken: ik weet nog goed dat ik op een zaterdag, na schooltijd,jawel, een nieuwe mij onbekende geur opsnoof in de Bijenkorf; ik was daar voor de aankoop van een Hawker Hurricane bouwdoos, merk Airfix. Het Bistro tijdperk met veel knoflook had zijn intrede gedaan. Hierna kon men met moeite etablissementen vinden met ‘normaal’ eten: in rap tempo schoten de bistro’s en Parijse eethuisjes uit het plaveisel, compleet met te kleine tafeltjes en visnetten aan het plafond, heerlijke tijd.
En niet te vergeten de manifestatie C70! Heel de binnenstad een grote geweldige kermis!
Ik weet nog goed het grote bassin, vlakbij de helaas ter ziele gegane en het gesloopte (eeuwige schandvlek op ‘s Rotterdams banier) gebouw van het Rotterdams Nieuwsblad -waarvan ik trots bezorger was, maar dit terzijde- het bassin dus, met botsbootjes. En voor het oude Postkantoor een groot botsautopaleis. Dat heeft mij bijna nog opgebroken omdat ik na een lange sessie weer in mijn echte auto stapte en de neiging ten volste moest onderdrukken niet het stuur op onverwachte momenten om te gooien.
De futuristische paviljoens, de Op- en Pop-art die verkocht werd: nog nooit zo vaak nieuwe dingen gezien, letterlijk elke week weer iets nieuws en moois – kom daar nu eens om!
En natuurlijk de kabelbaan door het hart van de stad. Mevrouw mijn moeder heeft nog een tijdje in het ding gehangen vanwege een storing, zodat zij vrolijk kon zwaaien naar haar collega’s van de Handels- en Transport Courant alwaar zij werkzaam was – in datzelfde Rotterdams Nieuwsblad gebouw, waar ik ook vele voetstappen had liggen. Vreemd gebouw met hele en halve etage’s zodat je nooit precies wist waar je uithing, en met een geweldig mooi groot aquarium met gebogen glas. En een portiersloge uit de tijd dat portier nog een echt vak was.
Ach ja “où sont les neiges d’antan?” om met Villon te spreken.
@Heer Spaland: ik ben niet echt overtuigd van de nobele inborst van genoemde personen, maar als u het eens wilt proberen, zal ik u niet tegenhouden.
ONBHGEN
kriebelhoest als eufio voor onbehagen
Of nietzolekker, anders, ongestelde geestelijke staat niet critisch danwel fataal.., niet specifiek dan wel onbenoemd afwijkend gevoel van welbehagen – een niet zo gelijk als voorheen benoemde staat edoch.. arrg
kutzooi.. maar dat wordt door menig filter verwijderd.
kvt7oo| werkt wel maar is niet voor iedereen even direct duidelijk.
Verdorie het blijft moeilijk de juiste spanningsvelden te embedden in een zo widefield mogelijk aware concept.
Maar nu verval ik pseudojargon..
En dat is een eufio voor iets anders
met soortgelijke en verwante raakvlakken.
6 stuks
Wellicht is uw vraag interessanter dan het antwoord. Kunt u hier iets mee?
Kan iemand me even uitleggen waar het om gaat. Ik ben de draad kwijt en krijg vragen van mijn achterban. En dan graag in een (1) zin met niet te veel woorden.
Beste heer Eitel, ik merk enige onzekerheid bij u. U praat uzelf een schuldgevoel aan omdat u het allemaal niet meer kunt volgen.
Maar wees gerust: U bent net zo goed een volwaardig mens als wie het allemaal wel kan volgen. Want voor Jezus zijn alle mensen gelijk. Of u nou de draad kwijt bent of niet, dat maakt Hem allemaal niet uit.
En waar het om gaat is helemaal niet van belang. Wat de vraag ook is of wat het probleem ook is, het antwoord en de oplossing vindt u in de Blijde Boodschap, zoals wij het Evangelie ook wel noemen.
U bent dus bevrijd van al die kwellingen die u uit uw slaap houden. Leg al uw zorgen maar naast u neer. De here Jezus vertrappelt ze, zoals hij met Satan heeft gedaan en met alle ketters zal doen.
U hoeft dus niet meer na te denken. U hoeft dus uitsluitend nog onze Here Jezus te volgen (en al uw spaargeld over te maken aan onze kerkgemeenschap. En vergeet u niet ook uw testament aan te passen).
Prof. Eitel, nu vraagt u mij wat. In één zin uw draad terugvinden, dat is godsonmogelijk, nietwaar Chris Vroegrijp? Het is jou dan ook niet gelukt, mislukte evangelist!
Professor, wij heiligen heiligen het standpunt, dat men er goed aan doet bij groot verlies onze collega Antonius aan te roepen. Wij raden u dat dringend aan. Als het niet helpt, kunt u zich nog koesteren in de bevredigende gedachte, dat u er alles aan gedaan heeft. Dat u zelfs tot het uiterste bent gegaan.
Paulus, u bent kennelijk onderweg naar Damascus de weg kwijtgeraakt.
In één zin dan: De draad alsmede het antwoord op elke vraag en de oplossing op elk probleem vindt u in het Evangelie.
Ons rekeningnummer houdt u nog tegoed. Dat pas niet in die ene zin.
Het is altijd weer hetzelfde liedje. Vroeg of laat duikt er altijd wel een prediker op die zegt dat hij iets komt brengen (de blijde boodschap of iets anders waar men niet op zit te wachten) en bij nadere beschouwing blijkt dat hij hij iets komt halen (en wel altijd hetzelfde: geld).
Hoewel niet Rooms weet ik het wel: “Wij zijn op aarde om God te dienen en daardoor hier en hiernamaals gelukkig te zijn.” Dit dus in de tekstrevisie vanaf 1948. De praktijk van deze boodschap blijkt echter steeds te zijn dat wij op aarde zijn om de beurs te trekken.
Als bij ons thuis werd aangescheld zei mijn moeder altijd: “Het zal wel weer om geld zijn.” Wat is er weinig veranderd in al die jaren.
Die ene zin: “Het zal wel weer om geld zijn” bevat wellicht ook het antwoord op de vraag van prof. Eitel.
Waarde collega Eitel
Uit wetenschappelijk onderzoek is mij bekend dat de draad, meestal een rode, vaak wordt verloren. De spreker valt stil om zijn volledige aandacht aan het zoeken te kunnen wijden. Het is niet abnormaal dat elk lid van het gezelschap – of zoals u het noemt, de achterban – na een korte aarzeling de kans grijpt om zijn of haar eigen stokpaardje er met de haren bij te slepen. De spreker vindt vrijwel altijd na een korte tijd zijn draad wel terug, maar hij kan dat aan geen van de stokpaardjes vastknopen.
Mijn advies is, dat u eerst een plas gaat doen, dan uw glas vult en vervolgens zich wendt tot een ander gezelschap of, zo u wilt, een andere aanhang kiest.
Professor, u kunt zich als hoogleraar op verstrooidheid beroepen, als u even de draad kwijt bent. Dat is ook goed voor uw imago. Dat voorrecht heeft een wielrenner niet.
Waarde Henk Spaland, u overziet dat deze beurstrekkerij reeds alvoorzienend is afgedekt met het adagium “Beter te geven dan te ontvangen”.
Hiermede de belastingontvanger, hier ter stede jarenlang gehuisvest geweest zijnde in de ‘Pluk-me-kaal-straat” aldus in een luguber daglicht stellend.
En zodoende natuurlijk het bewijs leverend dat de ‘Plukze” maatregel voor bovenmodaal bemiddelde criminelen een puur Rotterdamse fundatie kent, plagiaat derhalve!
Zeer juist gezien, heer Jeettje. Dit echter wel met de bemerking dat de belastingontvanger zich thans heeft gehuisvest aan de Laan op Zuid met op loopafstand InHolland, SVB, UWV en de Rechtbank. Dit betekent dat men met een investering van één rit met tram 23 op een ochtend in een verloren uurtje alle adressen in Rotterdam kan afwerken waar men belazerd en geplukt kan worden. Vroeger moest men voor dit alles de gehele stad doorkruisen. Dit is toch een hele verbetering.
Het is zo u zegt heer Spaland. Mits natuurlijk de bemanning van de lijn niet aan het staken is geslagen. Hoewel ik toe moet geven dat zij hun werkonderbrekingen vooral op vrije dagen zoals de zondag inplannen.
Ik vraag u: nu de instellingen zo dicht zich bij elkaar huisvesten em tegen elkander aanschurken; wordt hiermede kartelvorming niet duidelijk zichtbaar gemaakt?
Zou men niet, nu dit toch zichtbaar wordt, niet liever eerlijk en transparant daarvoor uit kunnen komen?
Wat te denken aan een reeks loketten in één en hetzelfde gebouw; wel zo duidelijk en makkelijk.
Dan kan het historische en uitermate fraaie Postkantoorpand aan de Coolsingel gered worden van de slopershandel van projectontwikkelaars, die het werk afmaken waar Oosterburen dat destijds (bewust) hebben laten liggen.
Overigens valt mij in dat de eufemisering van ‘landverraders’ zijn beslag heeft gekregen door het verhullend gebruik van de term ‘projectontwikkelaars’.
De hele boel in één pand huisvesten zou de thans nog aanwezige rook te snel doen optrekken. Uit uw bericht begrijp ik dat u voortvarend te werk wilt gaan. U hebt haast, als ik het zo mag uitdrukken.
U gaat hier voorbij aan de wijze woorden van dr. Willem Drees Sr. die placht te zeggen: Niet alles kan. En zeker niet alles tegelijk.” Hij verenigde in zijn ene vel vooruitstrevendheid en behoudendheid. Men moet afbreken, maar van het oude ook iets laten staan. Onze Oosterburen begrepen dit zeer goed en het is om die reden dat men hier en daar iets heeft laten staan zoals het door u genoemde pand. Dat ook het standbeeld van Piet Hein de verwoesting overleefde was echter geen specifiek door de buren beoogd gevolg. Dit moet voor een belangrijk deel mede worden begrepen in het licht van de omstandigheid dat de heer Hein voornoemd als zeeheld natuurlijk precies wist waar men moet gaan staan.
Naast de wijze les van dr. Drees Sr. kan ook verwezen worden naar de woorden die mijn goede vader sprak als ik een klusje in huis niet snel genoeg uitvoerde naar zijn zin. “Haast je toch vooral langzaam”, placht hij te zeggen. Ik heb dit advies nimmer in de wind geslagen.
Uw verwijzing naar uw bestaan zonder hond is mij uiteraard niet ontgaan. Het is niet voor niets dat ik eerder refereerde aan de spreuk “Wij zijn op aarde om God te dienen en daardoor hier en hiernamaals gelukkig te zijn. Ik vermeldde hierhij uitdrukkelijk de tekstrevisie van 1948 omdat voordien het antwoord luidde: “en daardoor in de hemel te komen.” U begrijpt het al: men stelde iets in het vooruitzicht en in 1948 – toevalligerwijs mijn geboortejaar – wilde men daar vanaf. Zo hebt u ook iets in het vooruitzicht gesteld en wilt u daarvan – mij disciminerend omdat ik in 1948 geboren ben – af, waartoe u de ontstentenis van een hond inroept.
Ik heb u wel door!
Verre van dat!, Heer Spaland. Haast is een relatief begrip en wordt vooral bedreven door lieden welke bang zijn iets te missen. Mijn betovergrootmoeder bijvoorbeeld: als je die niet tegenhield, was zij al een dag vóór het vertrek op het perron te vinden: wij denken als gevolge de trekschuit die erg onregelmatig naar Delft vertrok, sterk afhankelijk van de graad van aangeschotenheid van de paardenvoerman.
Mijn “haast’ zoals u dat percipiëert, wordt ingegeven door de snelle jongens van het snelle geld voor onbewezen verdiensten, als u begrijpt hoe ik dat bedoel.
Ik las in een (voorheen) kwaliteitskrant dat zelfs vintage port niet meer heilig is: in plaats van in een rustige periode van pak ‘m beet 60-70 jaar de rijping te vervolmaken, heeft een jeugdig entrepreneur bedacht dat een beaujolais primeur status ook wel op deze drank kan worden toegepast.
Waarom hoor ik nu niemand van de jeugd, welke altoos graag loopt te blaten over ‘babyboomers’ die niets overlaten voor de jeugd van de toekomst, protesteren? Mij maakt het niet uit: tegen die tijd drink ik geen port meer, maar zij zullen het zonder moeten stellen.
Zoals u bekend, gaf in 1951 -geheel toevallig mijn geboortejaar- het Nederlands Bijbelgenootschap de nieuwe vertaling van de bijbel uit. Ik hecht er aan te verklaren dat ik zowel met deze gebeurtenis alswel met de 10 minuten durende aardbeving eerder het jaar, weinig tot niets van doen had.
Wel moet ik bekennen dat ik de oude en nieuwe vertaling nooit naast elkaar heb gelegd om de verschillen in beeld te brengen: geboren in een nuchter familieverband van ‘eerst zien, dan geloven’ werd dit ook niet aangemoedigd.
Helaas zult u de ganzebout moeten ontberen dezer dagen, net zoals ik overigens, kennelijk is het boze oog van de caviapolitie op mij gevallen: zodra ik mij in mijn voiture derwaarts begeef word ik geschaduwd door ietwat ongure types voorzien van met onduidelijke insignatuur versierde petten op Holleederscooters.
En het is niet de bezorgdienst van Treuren, kan ik u verzekeren.
Dommage
Holleederschooters. Maar dat is goed nieuws. Ik ken dat soort types wel waarop u doelt. De scooter is een eufemisme voor wapen. Gaat u maar eens na wat zij hiermee volgas scheurend op een zaterdagmiddag in het winkelcentrum kunnen aanrichten. Het verschalken van een gansje moet dan ook tot de mogelijkheden behoren. De berijders hebben een goede inborst. Als u uitlegt welke resultaten zij kunnen boeken onder de ganzenpopulatie, zullen zij graag meewerken. En voor u scheelt het ook weer een ritje door de wasstraat.
He, ik ben ook ooit gediagnostiseerd als anti-alliteraticus (al geef ik de voorkeur aan tegen-alliteraticus). Ik wist niet dat er nog meer waren!
Geen spits antwoord deze keer. Vind deze namelijk helemaal niet leuk. Vergelijkingen met de Holocaust kunnen niet, ook niet in deze context. Hoop dat de redactie daar in het vervolg rekening mee houdt want het haalt het normaal gesproken hoge peil van uw stukjes erg naar beneden.
Dorine, ik wil daar nog wat andere eufemistische ongepastheden aan toevoegen: orgastische hoogten.
Die Oma toch. Zo’n orewoet, is dat wat?
Ik ben het met u eens: dit kan niet. Men moet tenminste aangeven wélke holocaust men op het oog heeft: de Russische, de Chinese, de Cambodjaanse etc.enz. Kortom; de lijst is lang.
@ Dorine: Vergelijkingen met de Holocaust gaan altijd mank en zijn daarom niet geldig. Deze misdaden zijn immers met niets te vergelijken. Doodzwijgen is echter niet de remedie. “Eufemistich” heeft onze zo “achtenswaardige” Staat de opbrengst uit successierechten wel “ge-optimaliseerd” door niet één algemene sterfdatum te accepteren zodat het aantal vermogensovergangen (en dus het aantal heffingen van succesierechten) zo hoog mogelijk was. “Optimaal” ontnemen van hen die al niets meer hadden “moet kunnen”, zal men gedacht hebben. De werkelijkheid is hard, maar het is de werkelijkheid. Allemaal niet leuk, maar het internet vergeet niets. Google biedt vele vindplaatsen, onder meer:
http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2844/Archief/archief/article/detail/600303/2001/03/24/Overheid-verdiende-aan-holocaust.dhtml
Een aardige overweging voor de op dit moment -deze minuut van schrijven- in Nederland uitbrekende kerkgang. De betreffende minister Lieftinck was de zoon van een dominee.
Tja de werkelijkheid is hard, en waarom de redactie rekening zou moeten houden met tere zielen die van deze hardheid willen wegkijken is me een raadsel. Het is straattaal, dat is waar, maar zij wordt gebezigd, ook nu, ten volle en het is beter daar bewust van te zijn. Pak ‘m beet anderhalf miljoen schijnen dat niet te zijn.
Het is mede daarom dat ik voornoemde gebeurtenissen aanhaalde, niet om een competitie in slechtheid te doen ontstaan, doch er op te wijzen dat het geen op zich staand geval is geweest. Dus waarom van het één niet willen horen, onderwijl het andere negerend?
En hoe wrang de werkelijkheid kan zijn, laat ook bijgaande link zien: http://tweakers.net/nieuws/42555/journalist-media-markt-opgebouwd-met-ss-geld.html.
Voer voor moralisten is dit: zijn (vermeende) koopjes een eufemisme voor ‘het doel heiligt de middelen-VOC mentaliteit’?
Ach ja, de VOC. Uit uw bericht blijkt treffend hoe de stichter van Media Markt kennelijk zijn eigen Wirtschaftswunder heeft weten te realiseren. Na kennisneming van uw bericht vraag ik mij af of de door u genoemde gevoelige naturen thans deze keten niet meer zullen frequenteren, of wellicht onder het uiten van de strijdkreet: “Ik ben toch niet gek”… nu ja… de rest kunt u zelf wel afmaken. De spaarzame Nederlander zou kunnen beseffen dat het hebben van lange tenen geld kan kosten.
Uw lijstje historische gebeurtenissen was van bescheiden omvang. Het streven naar volledigheid zou ook niet doenlijk zijn. Het is daarom dat ik het niet vermelden van de inquisitie door de vingers zie. Daarbij acht ik het merkwaardig dat het ontkennen der inquisitie niet strafbaar is gesteld. Zoals te doen gebruikelijk is verontwaardiging altijd “enigszins” selectief.
Ook het vermelden van goede werken valt vaak onder het hoofdstuk “Capita Selecta”. Zo werd mij in de geschiedenisles verteld dat Willem van Oranje de stad Leiden een universiteit schonk. Dat zulks geschiedde namens Philips II werd verzuimd te vermelden. Daarbij werd ook de suggestie gewekt dat er eerder nog geen universiteit in Nederland was, daarmee het die van Harderwijk over het hoofd ziende.
Van die dingen, van die dingen…
Voorts is deze verfoeilijke trend voor een flink gedeelte ook te wijten aan politici die door het voortdurend ‘spinnen’ en ‘reframen’ de taal van zijn onduidelijkheid ontdoen. Jack de Vries al reframend over zichzelf nadat hij als getrouwd CDA’r (gezin = hoeksteen) en staatssecretaris van defensie een affaire was begonnen met een ondergeschikte: “de innige relationele banden die men in de werksfeer soms ongewild kan aangaan zou men met een Bijbelse vergeving kunnen bekijken. Het kan zo een leerproces voor ons allen zijn”.
Enzo Voorts: u heeft volkomen gelijk. Het is onchristelijk iemand niet de andere wang toe te keren. Dus Jack: mocht je nog ereis een wang tegenkomen die er om vraagt, nee sméékt, om gekust te worden (desnoods die van een JSF) doe het dan. Zolang het CDA nog één zetel heeft in de regering, zullen overspelige doch bekennnende politici en spin- en spondedoctors altijd nog opnieuw emplooi kunnen vinden in de boezem van het geloof, of in ieder geval wel bij de ons-kent-ons-kant van de natuurlijke biotoop VVD.
Een orgasme via een onderkoeld eufemisme lijkt mij een suboptimale procedure.
U bedoelt dat het behelpen is. Ik zou hierin echter verder willen gaan en het als een onmogelijkheid willen bestempelen.
Ik heb het meteen even geprobeerd, maar het ging inderdaad niet.
Eva, misschien dat een euforisch orgasme een tikkeltje beter lukt met een appeltje? Ik ben beschikbaar.
@1: EU en vrouwenrechten, hoe verzint Corrector dat. “Rechten binnen de EU” is overigens een contradictio in terminis, gezien de starre houding, niet-democratische besluitvorming en dictatoriale maatregelen van de ivoren toren, genaamd EU !
Neem nu de opgelegde huurgrens; aan de opstelling van minister Dommer is duidelijk af te leiden dat hij vreest van zijn fiets te worden geschoten, als hij ook maar enigerlei aanpassing van de EU-maatregel durft te vragen. Nu vraag ik je: hoezo rechten ?
Meneer, wat zeurt u nou. Donner heeft alle recht om van de fiets af te schieten, als hij haast heeft. Het zou wat anders zijn als hij vanaf de fiets zou schieten. Of de fiets zou afschieten. Dat is namelijk niet zoals het hoort.
Over de aanpassing wil ik ook wat zeggen. Als alle Europese Donners aanpassing willen van een maatregel, dan zou het een nog dollere boel worden dan het al is. Er draait al zoveel op de Brusselse kermis.
Het zwarte schaap in onze familie heeft prachtige eufemismen, dat moet ik wel toegeven. U kent ze wel, toch wil ik er een paar opnoemen:
– kopvod (doekje voor het bloeden van het hoofd),
– haatpaleis (Israëlisch parlementsgebouw, Knesset),
– waarheid (leugens van mij),
– leugens (waarheid van anderen),
– linkse kerk (niet-islamofoben),
– islamisering (theeconsumptie bevorderen),
– multiculti (klink lekker, maar is niet zo bedoeld: mondialiseringsangst),
– vrijheid (verbieden),
– uitingsvrijheid (bek houden),
– afschaffen (afschaffen!),
– demoniseren (mama, ik krijg geen gelijk).
http://en.wikipedia.org/wiki/Newspeak ??
Nee Frederik, het zijn toch echte euforische mismen. Althans vanuit het standpunt van mijn geblondeerde broer, die alleen van binnen kan lachen om de onnozelen die zijn prietpraat geloven als een ouderling het woord van god.
De grote blonde beuzelprater tracht inderdaad meer door soepele glossen dan door draagkrachtige argumenten zijn optredens te omlijsten met de krans van het grote gelijk dat aan zijn zijde zou zijn. Slechts een Nederlandse lente zal dit kunnen verhinderen, noodzakelijkerwijs eerst aanbreekt na de winter.
Henk, Frederik en Van Bralhuysen hebben jullie ook een Bant?
Hooguit een fietsband. Ik kom niet uit het Zuidhollandse en ook niet uit Limburg.
Ik heb geen fiets.
52°46′0″ N, 5°45′0″ E ??
Heer Van Swalmen bedoelt kennelijk te schertsen. Geeft een technisch uitmuntende uitleg en toch schiet men er niets mee op. Al met al een uitmuntend hanteerder van kluiten in de nabijheid van rietkragen.
Mijn fietsband staat momenteel in de omgeving van 52°46’N 4°80’E te wachten tot NS theorie en praktijk samenvoegt.
Van Bralhuysen, ik weet niet wat u met die fiets van u heeft gedaan, maar 52°46′N 4°80′E kan helemaal niet. Er zitten maar 60 minuten in een graad. Dus die 80 kan niet kloppen.
Meneer van Swalmen, U heeft volkomen gelijk, ik werd door Google Maps enigszins op het verkeerde been gezet. Juiste locatie van mijn fietsband is iedere morgen van ma t/m vr : 52°27’N 4°48’E. Dat was ook zo hedenmorgen toen naar goed gebruik van NS de eufemistische Sprinter weer eens “te kort” was, i.e. in ieder geval kon dit voertuig niet als Sprinter betiteld worden, eerder als rijdend sardineblik.
Geachte Van Bralhuysen, uit de door u verstrekte geografische gegevens maak ik op dat uw fiets doorgaans gestald wordt op het stationnetje waarachter pakweg een halve eeuw geleden de dienstwoning gelegen was van de toenmalige stationschef. Dit stationnetje heeft derhalve een grote emotionele waarde voor mij, aangezien mijn wieg (eigenlijk was het een stijfselkissie, de NS betaalde toen al niet al te best) in genoemde dienstwoning heeft gestaan. Uw zo onschuldige mededeling bracht mij dit alles weer in herinnering en ontroerde mij zeer. Dank u *pinkt traan weg*.
“Een stoptrein die Sprinter heet” valt bij mij onder het hoofdstuk: als iets niet functioneert dan plak je er een andere naam op in de hoop dat het wel gaat functioneren.
Volgens mij speelt hier het verschil tussen theorie en praktijk een rol.
Theorie = als men alles weet, en niets klopt.
Praktijk = als alles functioneert, en niemand weet waarom.
Bij de spoorwegen zijn theorie en praktijk verenigd. Niets klopt, en niemand weet waarom.
Toch knappe jongens dan bij NS – ik dacht dat theorie en praktijk alleen in theorie verenigd konden worden, maar zij doen het dus in de praktijk!
De situatie is m.i. ernstiger dan u aangeeft. De vroegere DDR was allesbehalve democratisch en het CDA is allesbehalve christelijk. Dus net als bij de slome “sprinters” zijn namen, vanuit propagandistisch oogmerk, vaak tegengesteld aan de werkelijkheid. Gelukkig trappen wij daar niet in, maar er zijn altijd mensen die ………..
De naam Sprinter slaat dan ook niet op de trein, maar op de passagiers. Zodra de trein gestopt is sprinten de passagiers massaal naar het stationstoilet, omdat ze het in de trein al die tijd op hebben moeten houden wegens ontbreken van een degelijke plasgelegenheid.
Ja dat is nu jammer, een goede statement de mist in. Had mij die kop laten zetten, dan had ik hem kloppend gemaakt.
Een sprinter sprint van station tot station en is dus wel degelijk een stoptrein. Wat maar goed is ook; want uit een trein die niet stopt is het lastig uitstappen.
Nee, de “sneltrein”: dat belooft wat, maar die snelt helemaal niet elk gehucht voorbij, die moet je hebben.
Trouwens: die eufemisering slaat ook hier toe: heel bescheiden jezelf “De Speld” noemen terwijl de berichtgeving elke keer weer als een heipaal aankomt.
Aan het artikel kan ik nog toevoegen dat het gebruik van een palindroom rondweg gevaarlijk is. Zo ben ik zelf al meermaals van die parterretrap afgelazerd.
Nou valt een moorddroom nog mee, maar is een droommoord aanmerkelijk ernstiger, dus ik begrijp uw reserves t.a.v. het palindroom.
Toen ik onlangs bij IKEA vroeg of deze meubelgigant ook een understatement in het assortiment hadden opgenomen, werd ik verbaasd aangekeken. Later bleek dat zo’n ding een bijzettafeltje heet.
Het bedienend volk van ‘Ingmar Kamp(f)rad En Anderen’ is euphemistisch, doch onder hoge druk geherprogrammeerd in het Zweeds; een bijzettafel in hout heet derhalve “Frönlicken Dreiliter 12”, die in kunststof “IGF Tupackstick 231” en die in gezandstraald staal met gewapend glas: “Pöderbunker 3”, althans zo blijkt uit de originele Zweedse catalogus 1943, eerste druk, uitgegeven in Berlijn en Stockholm.
Nog even en dan komt er in het Fries meer Nederlands voor dan in het Nederlands…
De Speld spreekt over “im Frage” terwijl de correcte Duitse term “in Frage” luidt. Dat komt er nu van als men de Wanderlust niet kan bedwingen en zich niet volkstümlich beschränkt tot de moerstaal. Ik geloof dat dit zo ongeveer de Gretchenfrage is.
Als het door mij gevolgde onderwijs nog niet volledig achterhaald is geraakt en de Duitse grammatica ook niet; staat nog fier overeind het feit dat de vraag (in ieder geval in het Duits) ‘vrouwelijk’ is: Die Frage. Overigens ook in het Frans: La question. Het neo-steenkolen Duits dat veel Nederlandse troglodieten in politiek en bedrijfsleven eigen is, (“Es ist kauss baussen” en “Immer geradeaus”) persisteert in het kapitalistisch ‘vermannelijken’ van de vraag. De 3e naamval die door “in” wordt opgelegd kan dus alleen leiden tot “in der Frage” of neutraal: “In Frage”. Allen die -na nu- in “im Frage” persisteren, ontmaskeren zichzelf als “Lappschwänze” of “Arschlöcher”
Geachte redactie van De Speld,
Hebt u het vernomen, hebt u het verstaan?
Mijns inziens recht voor haar of zijn (tussenvormen vooralsnog niet uitbegrepen) raap.
Kan ik hier ergens mijn naam veranderen?
Hoewel ik het met dit artikel eens ben, vraag ik me af wat het te maken heeft met vrouwenrechten binnen de EU.
@Corrector: U dacht dus dat het om eu-feminisering ging. Sinds uw collega-correctoren van de NRC zijn afgeschaft zullen we niet meer weten wat de juiste spelling had moeten zijn en dus al evenmin wat de juiste betekenis van het woord is dan wel had kunnen zijn. Voorlopig zullen we de redacteur van De Speld het voordeel van de twijfel moeten geven en ervan uitgaan dat het om eufemisering gaat. Allang mooi dat het niet dysfemisering heet, al lijkt het daar vaak wel op.
Beste Ronin, zonder U nu direct meteen helemaal te ridiculiseren en marginaliseren, moet ik toch kwijt dat NRC staat voor Handelsblad. Handelsblad is een het-woord.
Geachte Corrector, de uitdrukking “De NRC” is wel degelijk juist daar de afkorting “NRC” staat voor Nieuwe Rotterdamsche Courant en derhalve niet als onzijdig kan worden aangemerkt.
Van Bralhuysen, jij bralt.
Vroeger was de krant een meneer. Door de eufemisering van Europa stelde de Europese commissie voor om in de EU de krant verplicht vrouwelijk te maken. Maar dat gingen islamitische landen in de UNESCO weer te ver. Daarom is het krant door de VN om de gemoederen te bedaren als compromis officieel tot onzijdig verklaard.