Uit café Oosterzicht komt de bediening met zeven man sterk het terras op gelopen. In hun handen hebben ze schalen met bergen bitterballen, die door een zonaanbiddende menigte afgeleverd moeten worden bij degene die ze besteld heeft: Party-Roy, de jongen die als kind in een ketel met Blue Curacao is gevallen. “Voor 500 euro aan bitterballen mensen, bruin fruit to the max let’s go!”
Het is de eerste zonnige dag in maanden, en traditiegetrouw luidt Party-Roy het terrasseizoen feestelijk in. “Ik zat hier bij zonsopkomst al met een gele rakker. Van zo’n eerste lentedag moet je gewoon geen seconde missen.” Al gauw verzamelde zich om hem heen een feestende menigte. Aangestoken door de party scheurden zij de winterjassen van hun lichamen, gooiden zij hun wanten weg, en namen ze gulzig van de meters bier en bitterballen die Party-Roy voor hen liet brengen.
“Lichaam van party, lichaam van Roy”, zegt hij plechtig terwijl hij de loeihete bitterballen in de monden van terrasgangers stopt en er een scheutje bier achteraan klapt. “Komaan zonaanbidders, aanbid de zon!” Een oerkreet klinkt uit honderden kelen van de mensen op het terras. De winter is voorbij en dat mag iedereen weten.
Mensen die voorbij het terras lopen doen spontaan een dans. “Wat hebben jullie het fantastisch daar op het terras!” roepen zij naar de menigte. “Althans, zo komt het op ons over. Ga zo door!” Ze steken een duim op naar Party-Roy, die het vriendelijke gebaar in ontvangst neemt met een knikje. Hij overziet de party en ziet dat de mensen zich na de eerste zonnestralen weer helemaal laten gaan.
Een meisje van de bediening struikelt over een stoeprand en laat een dienblad vol vaasjes stuk vallen op de straat. De menigte begint te joelen, maar Party-Roy helpt haar overeind en veegt het straatstof van haar knieën. “Kan gebeuren pik”, zegt hij en spreekt haar nieuwe moed in. “Let’s gooo!”
Iemand heft het lied ‘Het is altijd lente in de ogen van de tandartsassistente’ van Peter Koning aan, wat voor iemand die in het bijzonder bevangen is door de spirit van de terrasparty aanleiding is om naar de tandartspraktijk om de hoek te lopen. Een barkruk vliegt door de ruit van de praktijk, de assistente moet meekomen. Lachend komt ze aan op het terras, niemand zal ooit nog verdriet voelen, en iedereen zal altijd lachen. “Lekker weertje he jongens”, zegt Roy. Niemand biedt weerwoord. Iedereen vindt het weertje lekker.
Iemand duikt in een berg bitterballen. Vol ragout, paneermeel en brandwonden komt hij lachend weer uit de berg gekropen. “Waar is de saus?” vraagt hij, en vrijwel onmiddellijk komt een ober aangerend met een teil vol mosterd. Een ander komt met een mobiele bar aangereden waaronder twee fusten rosé hangen. “Iemand een natje bij dit heerlijke lentedroogje?” roept Party-Roy. “Februari 2019 laat je horen!”
Bij zonsondergang vertrekken de terrasgangers weer in de kille nacht. ‘Tot ziens, Party-Roy!’ roepen zij. De feestlegende bestelt nog een afzakkertje. Deze party mag dan voorbij zijn, maar het partyseizoen is geopend.
Ik heb hier problemen mee.
wat een goed artikel, het is alsof ik er zelf bij was
Ik was erbij, maar kan me absoluut niet in bovenstaand artikel vinden.
God wat heeft die vent een ballen.
Het artikel is te lang.
Daar krijg. ik bitterballen van.
Carrie.
Ik eet ze nooit, want God weet wat erin zit.
Carrie v.d. Hoek, het lijkt mij inderdaad bitter voor jou om ballen te hebben als drag queen.
Wat is een ”dreg kwien” ?
Bitterballen zijn niet bitter, maar vet en heet.
Netjes dat Cora op de verpakking van diepvriesbitterballen een waarschuwing zet: “Kan sporen van vlees bevatten.”
Hij is er toch echt in gesprongen en niet gevallen zoals zo vaak beweert wordt.
Dat heet in correct Nederlands: bitter ball diving. (Deze game is een populaire rage, maar alleen bij pub East Site in Amsterdam.)
Prof dipl-ing Lee Raar, highteacher Nederlandse language
Advisor Foundation Overbodig Nederlands in het Dutch
Fake nieuws!