Het kabinet vindt het op dit moment nog te vroeg voor on de Nederlandse grondwet te erkennen. “Hoewel we daar op termijn zeker naar willen streven, is het op dit moment nog onwerkbaar en oneerlijk de grondwet een leidraad te laten zijn bij deugdelijke wetgeving”, aldus vicepremier Mona Keijzer.
Met name het volgen van Artikel 1 leidt volgens Keijzer tot gewelduitbarstingen bij extreem rechts en dalingen in de peilingen. “We moeten echt kijken hoe we een element dat zo wezensvreemd is aan de Nederlandse cultuur, in het wetgevingsproces kunnen inbouwen. Maar dat is een proces van de lange adem.”
Keijzer benadrukt dat het kabinet achter de schermen keihard werkt om gelijkheid voor de wet te bewerkstelligen en discriminatie te voorkomen. “Wat we in stilte doen is echt geen sinecure en doet soms pijn. Maar het zou averechts werken om dat nu middels het erkennen van de grondwet officieel te maken. Ik moet immers ook gewoon nog zorgen voor woningen.”
De roep om erkenning van de grondwet kwam op de agenda, nadat landen als Frankrijk soortgelijke stappen ondernamen. “Macron heeft zelfs de Europese begrotingsregels erkent”, vertelt staatsrechtgeleerde Willemijn Huizenga.
Ze vindt het onverstandig dat het kabinet niet volgt. “Nederland bevindt zich met zijn weigering inmiddels in het rijtje landen met Myanmar en de Verenigde Staten. Je moet je echt afvragen of je daarbij wilt horen.”