José van Maanen (35) uit Houten stelde vorig jaar een noodpakket samen. Daarin zitten zeker tien items, waaronder enkele flessen water, een EHBO-set, kaarsen en lucifers, conservenblikken en een radio op batterijen. Toen ze het nieuws hoorde over de Russische drones boven Polen besloot ze om dat noodpakket uit te breiden met twee Nederlandse straaljagers.
“Met een waterfilter en contant geld hou je de gemiddelde drone niet tegen”, zegt José nuchter. “Daarom heb ik twee F35’s besteld. Het liefst heb je natuurlijk altijd vier F35’s paraat, om tegelijk op te laten stijgen, maar met twee kan ik het ook wel 72 uur uitzingen.”
“Eigenlijk zou iedere Nederlander een gevechtsvliegtuig in zijn noodpakket moeten hebben”, zegt de Utrechtse. “Zo’n noodpakket is heus niet alleen bedoeld voor het extreme geval waarin de oorlog letterlijk tot hier komt. Het is ook handig bij langdurige stroomuitval of bij een terroristische aanslag. En bij een overstroming komen de F35’s al helemaal goed van pas.”