Het klassieke high fiven, een traditioneel onderdeel van de Olympische Spelen, is geen moeilijke sport. Enkel het aantikken van de hand van je teamgenoot levert namelijk een punt op. Ook een knuffel of low-five tellen mee. Om de sport voor toeschouwers interessanter te maken, heeft het IOC een vervelende bal en zand toegevoegd tijdens de Zomerspelen in Parijs.
Die strandbal kunnen teams naar elkaar toe werpen om de spelers uit elkaar te drijven. De bal moet dan eerst weggeslagen worden voor spelers elkaar vriendelijk kunnen aantikken. En dat is nog niet alles. De wedstrijden worden ook nog eens afgewerkt op het strand. Het zand maakt het lastig om snel naar elkaar toe te lopen voor een high five of andere vriendschappelijke interactie.
De Nederlandse spelers lijken gelukkig de juiste bouw te hebben voor deze uitdagingen. Stefan Boermans: “Voor het verzwaard high fiven is meer nodig dan grote handen en een amicale inborst.”
Toch willen de sporters de moeilijkheid van hun sport relativeren: “Wij kunnen nog naar elkaar toelopen. Dat is een stuk lastiger voor de paralympische deelnemers van het zithigh-fiven.”