De 11-jarige Ruben heeft sinds deze week vakantie, dus gaat hij in zijn straat de deuren langs om te vragen of hij een heitje voor een karweitje mag doen. Bij buurvrouw Nellie (64) heeft hij beet: ze kijkt om zich heen, knikt en geeft Ruben een schep. Ze heeft nog wel een klusje voor hem.
Ruben loopt achter Nellie aan door het huis heen, naar de tuin. Hij haast zich door de woonkamer waar een sterke, penetrante geur hangt.
“Ik heb een groot gat in de grond nodig”, zegt Nellie twijfelend, “voor een zwembad.” Ze gaat ter demonstratie op het gras liggen, “ongeveer zo groot. Het wordt een ligbad.” Ruben knikt. “Ik begrijp het. Ik zou zelf ook wel een zwembad willen. Lekker afkoelen.”
Als Ruben een paar uur later samen met Nellie het gat heeft gegraven en een glas ranja heeft gedronken, is het al bijna etenstijd. “Ik heb binnen nog wel iets liggen om de afmetingen te checken”, roept de buurvrouw naar Ruben.
Op de vloer ligt een grote, zwarte bodybag. Hijgend sjouwen ze de zak samen naar buiten. Terwijl Ruben de loeizware zwart zak in het gat duwt vraagt hij waar buurman Henk eigenlijk is. “Henk is… een reis aan het maken.” Ruben knikt. “Cool.”
“Ga zo maar naar huis Ruben, de rest kan ik zelf wel”, zegt Nellie, kijkend naar de rechthoekige kuil in de tuin. “Hier, koop er maar wat moois van.” Ruben kijkt als hij buiten staat trots naar het vijfeurobiljet in zijn hand. “Vet veel.”
