Shutterstock / Julia Kuznetsova

Shutterstock / Julia Kuznetsova

Treinreiziger knikt per ongeluk naar glimlachende opa en moet nu hele rit luisteren naar verhaal over Watersnoodramp

Anaïs ploft neer op een treinstoel. Ah, lekker even een uurtje muziek luisteren. Terwijl ze haar AirPods in haar oren propt, ziet Anaïs dat er schuin tegenover haar een opaatje gaat zitten. Dat zegt nog niets, houdt ze zichzelf voor.

Maar helaas, ze voelt al snel dat de opa glimlachend naar haar zit te staren. Oké, rustig blijven, gewoon niet aankijken, niet glimlachen en al helemaal niet knikken. Vanuit haar ooghoeken ziet ze dat het oude mannetje er eigenlijk wel schattig uitziet. Misschien is dit niet zo'n seniele gek.

En dan gebeurt het. In een vlaag van verstandsverbijstering kijkt Anaïs de man aan, waarna ze flauw glimlacht en even knikt. De ogen van het opaatje beginnen te twinkelen en zijn mond gaat langzaam open. ''Ja, meissie, jij zit daar nou wel met die dingen in je oren, maar dat hadden wij vroeger niet hoor. Weet je wat wij wel hadden? Hele grote golven die ineens tegen je bedstee beukten.''

Wanhopig grijpt Anaïs naar haar telefoon om een belletje te faken, maar het is al te laat. ''Ik was toen net getrouwd met Hendrika en wij woonden onder aan de dijk, net naast dat rode huisje van de kruidenier, dat was toen een heel gewoon beroep. Je werd in ons dorp óf palingroker óf kruidenier, klaar.''

De grijsaard veegt een slijmbelletje bij zijn mondhoek weg en vervolgt zijn verhaal. ''Dus dat water kletst ineens door het huis. Sakkerloot, dacht ik. Dat zal wel weer een poets zijn van Kromme Nelis. Nou, het was dus de Watersnoodramp. En Nelis hebben we later in de schuur gevonden. Of nou ja, het grootste gedeelte van Nelis.''

Anaïs staart naar buiten. Nog een half uur voor ze bij het volgende station zijn.


Uw reactie telt. Juist nu.

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *