“Hmm, interessant”, zegt millennialjournalist Puk Lauritsen terwijl ze vanuit haar raam van haar Amsterdamse woning in de buurt bij het Westerpark naar een koffietentje staart. Ze ziet twee vrienden in de rij staan. “Heel typisch, héél typisch”, mompelt ze, terwijl ze een notitie maakt. “Elke millennial geeft zeven euro uit aan een kleine koffie. Wat zegt dat over ons?”
Als Puk na een uur uit het raam staren richting haar vaste Pilates-studio sjeest op haar elektrische fiets, bedenkt ze hoe typisch dit is voor haar generatie, naar de Pilates-studio sjezen op je elektrische fiets. Eenmaal aangekomen bij de studio vraagt ze aan twee vriendinnen of ze dat gedrag herkennen. Ze herkennen het inderdaad, bevestigen ze later in hun podcast. Typisch millennialgedrag.
In de middag eet Puk een broodje zucchine dat ze onderweg bij Zero Zero heeft gehaald, en maakt ze een notitie over hoe typerend het voor haar generatie is om een broodje zucchine bij Zero Zero te halen. “Als dit mijn generatie niet definieert, weet ik het ook niet meer”, verzucht ze, een opmerking die ze later nog deelt met haar instemmend knikkende uitgever.
“Millennials geven graag geld uit aan dingen. Neem koffie, bijvoorbeeld de beker die ik nu in mijn handen heb. Daar heb ik gewoon acht euro voor betaald. Dat doen andere generaties niet. Mijn vrienden wel, en ikzelf ook”, schreef ze niet voor niets eerder al in haar boek.
Puk zucht. “Ik bén de millennial. Lekker negen euro betalen voor een kop koffie en dat opdrinken op je dakterras. Hállo. Waarom zijn alle millennials zo? Wij millennials willen het allemaal: carrière, liefde, ontspanning, een reservering bij dat nieuwe tentje hier aan het einde van de Haarlemmerstraat dat op een of andere manier altijd vol zit. Maar is er niet meer dan dat? Daar worstel ik, sorry, daar worstelen wij, ook enorm mee.”
Ze kijkt uit het raam. “Ik zou daar eens een column over moeten schrijven.”