Eenieder die de afgeloopen jaren een krant heeft geraadpleegd zal het niet ontgaan zijn: Duitschland kampt met heel wat problemen. Maar nu onze oosterburen opnieuw den gang naar den stembus maken is er één questie die den gewoonen Duitscher het meeste zorgen baart: de hooge leeftijd der politici.
“Als ik kijk wat voor lieden de Zentrum-Partei en de Sociaal-Democraten op de lijst hebben staan, dan word ik daar niet vrolijk van”, zegt Heinrich (32) uit Stettin, een kiezer die zichzelf ‘eenigszins ter rechterzijde der Duitsch-Nationalen’ positioneert. “Otto Wels van de SPD zat reeds vóór den Eenigen Wereldoorlog in den Rijksdag. Het dunkt mij niet verantwoord dat het kanselierschap door zoo enen ouden knar bekleed zoude worden.”
Ook Harald (78) uit Deutsch Krone heeft weinig vertrouwen in den zittenden bestuurders. “In een democratie is de stem der kiezer heilig. Dat Hitler in 1923 enen Putsch heeft gewaagd, geeft de élite nog niet het recht hem te disqualificeeren. Het stoort mij bovendien dat de pers eenieder die op de Nazi-Partij stemt meteen voor ‘racist’ uitmaakt. Op dien manier is een open gesprek over de Joodsch-Bolsjewistische samenzweering niet meer mogelijk.”
De Duitsche kiezer maakt zich zorgen om wat er met zijn land moet gebeuren als de weg die de afgeloopen jaren gevolgd is de komende vier jaren wordt voortgezet. “Neemt u maar van mij aan: kanselier Brüning zal de geschiedenis ingaan als een der slechtste leiders die Duitschland ooit gehad heeft.”