Femke van Heemstra uit Nieuwegein kan de slaap maar niet vatten. Of ze nu op haar rug, zij of buik ligt; ze blijft maar wakker liggen van de slaapscore die haar smartwatch haar morgenochtend gaat geven.
“Dit wordt een vernietigende score”, zucht Femke, stikjaloers op haar vriend die morgenochtend overduidelijk wél overladen gaat worden met complimenten van zijn horloge. “Gisteren was ook al niet best, met ‘goed', in plaats van ‘uitstekend’. Maar toen heb ik in elk geval nog anderhalf uur diepe slaap gehad, en vier uur remslaap. Van zoveel remslaap kan ik nu alleen maar dromen.”
Ze kijkt naast zich. Haar vriend lijkt nu in een lichte slaapfase te zitten, in plaats van een diepe. Er gloort weer hoop voor Femke. “Als ik nú diep in slaap val, is mijn score morgen misschien tóch hoger. Moet ik wel echt nú in een diepe slaap vallen. Nú. Oké, een lichte slaap, ook goed.”
Neem gewoon een flinke HOY-worst voor het slapen gaan. Grote kans dat je zelfs nooit meer wakker wordt.
“Van zoveel remslaap kan ik nu alleen maar dromen”: gniffel.
Geachte redactie, waarom bezondigt óók u zich zo dikwijls aan aan het in onze voorbeeldige maatschappij zich steeds meer om zich heen grijpende verschijnsel van “progressieve” taalverloedering?