De 39-jarige Bart Verschuren uit Ede heeft eeuwige dank geërfd. Nu zijn beide ouders overleden zijn, is het erfstuk dat al honderden jaren in de familie zit op hem overgegaan.
“Het is in onze familie gekomen toen in 1378 een van mijn voorvaderen (toen 23) iemand had geholpen bij het vinden van een turfhut”, vertelt Bart. “Hij had de oproep van een vriend heel vaak overgeschreven met zijn ganzenveer en de stukken perkament langsgebracht bij mensen in zijn omgeving, waardoor die vriend uiteindelijk zijn droomhut vond.”
De eeuwige dank die sindsdien in de familie zit gaat van generatie op generatie over. “Ik vind het ergens wel mooi dat zoiets ouds nu in mijn bezit is, maar het is ook een last om het je hele leven met je mee te dragen. Gewoon een flesje wijn als dank was genoeg geweest lijkt mij, of desnoods heel veel liefde.”
Aïda, nog 31 bladzijden en het kan zo als damesromannetje de tabakswinkels in. Mijn verwachting is hoog.
Ik geloof er niks van. In een goed damesromannetje hoort een ziekenhuisarts voor te komen en minst één verliefde verpleegster. Voorts verdriet (niet te erg) en vreugde (niet te weinig) en zonnige dagen met picknicks in een prachtige natuur. Tenminste dat denk ik.
Nee joh, dat heet een doktersroman.
Pik niks?
Ik had het zelf verzonnen kunnen hebben.