In een klein gehuchtje ten zuidoosten van de stad Aqtau op de Kaspische Laaglanden wordt Erkan Smagulova geboren. In het familiebedrijf, een geitenboerderij die al generaties lang in bezit is van de familie Smagulova, ontpopt de 2 meter lange Kazach zich tot een harde werker met een longinhoud vergelijkbaar met die van Luka Modrić. Een ruwe bolster met een meedogenloze uitstraling waar zelfs Nemanja Vidić van onder de indruk zou zijn. En naast die brok spieren beschikt de boomlange Erkan over een redelijk atletisch vermogen, een beetje balgevoel en een liefde voor sport. Niks staat de nuchtere Kazach in de weg om als centrale verdediger uit te groeien tot clubicoon bij RKC Waalwijk. Er is echter één probleem. Erkan heeft niks met voetbal.
Samen met tolk Olga zijn we afgereisd naar Kazachstan voor een goed gesprek met de man die nooit het shirt van RKC droeg. Erkan, gekleed in een houthakkershemd en een Levi’s-spijkerbroek uit de jaren ‘80, ontvangt ons allerminst hartelijk. Met dat typisch Kazachse gevoel voor gastvrijheid bestookt hij ons met vragen. “Wat doen jullie hier?”, bijvoorbeeld, en: “Moet ik de politie bellen?” Als we hem vertellen dat we komen voor een verhaal over zijn nooit tot stand gekomen verblijf bij RKC, laat hij ons zuchtend binnen.
In de geitenboerderij in het zuidwesten van Kazachstan doet hij zijn verhaal. “Nee, ik heb echt helemaal niks met voetbal”, begint hij. “Al van jongs af aan vertelden mensen me dat ik best weleens ‘de nieuwe Frank van Mosselveld’ zou kunnen worden. Waarom zou ik?, dacht ik dan. Ik heb nog nooit in m’n leven gevoetbald. Ik ben ook nooit dicht bij een transfer geweest. Hoewel, er is een keer sprake geweest van een overgang naar de boerderij van de familie Marat, maar dat lag te gevoelig. Dus nee, om jullie vraag te beantwoorden: er is nooit concrete interesse van RKC geweest.”
Terug in Nederland gaan we langs bij het Mandemakers Stadion van RKC Waalwijk om technisch directeur Mo Allach te vragen waarom het toch nooit tot een transfer kwam met Erkan Smagulova. “Erkan wie? Ik ken die hele gozer niet. Maar goed, als je het zo stelt moeten we misschien scouts gaan stationeren in het rurale gebied van Kazachstan”, antwoordt Allach met een sarcastisch toontje.
Volgens analist Pierre van Hooijdonk is hier sprake geweest van een tekortschietend scoutingbeleid: “Dit is gewoon amateuristisch. Er loopt daar in the middle of nowhere van Kazachstan de gedroomde centrale verdediger rond die je nu zomaar tot de achtste finales van de Conference League zou kunnen loodsen, maar geen enkele scout is scherp genoeg geweest om dat op te merken. Doodzonde.”
Volgende keer in Speld Sport Pro: hoe de Twentse Gijs Siemerink nooit doorbrak in het profpeloton wegens pure desinteresse.
Maandag geef ik een feestje bij de Giromaat in Ommen! Komt allen komt allen! En deel dit op het feestboek!!!!
WERD geboren.
Stop maar verder.