Het is een breed gedeelde ergernis. Je bent net lekker zout aan het eten, maar bij de eerste hap merk je het meteen: de fabrikant heeft er weer superveel vleesvervangers doorheen gedaan. Je proeft bijna niet meer wat je aan het eten bent, namelijk zout. Is zo’n hoog vleesvervanger-gehalte nou echt nodig?
Martijn Katan, hoogleraar in de voedingsleer, kent de ergernis. “Het gebeurt mij zeker wekelijks, maar toch is het elke keer weer een verrassing. Dan zitten er weer vegetarische spekjes doorheen, dan weer zogenaamde kipstuckjes. Ik snap het niet: ik wilde gewoon puur zout eten, en verder niks.”
Volgens Katan kan een teveel aan vleesvervangers schadelijk zijn voor de gezondheid. “Als je niet bijster veel sport, heb je al die eiwitten bijvoorbeeld helemaal niet nodig. En ook voor je mentale gezondheid is het niet goed, want je staat de hele dag aan mensen uit te leggen waarom je geen vlees eet. Dat kan je op den duur uitputten.”
Journalist Teun van de Keuken zegt ongevraagd: “Voedselfabrikanten zijn stom.”
griesmeelpap van de klap wiek molen, en dat andere was niet als serum bedoeld of als geranium decor in de trein, en toen viel de wekker om en beetje tekst en drum.
Vreten jullie maar gewoon insecten.
SPECKJES!