De snelste route voor een man in een auto is toch écht door de diepe regenplas vlak langs een fietspad. Tot die conclusie is de man in de auto gekomen nadat hij met lichtelijke haast richting zijn werk reed.
“Omrijden via de linkerkant van de weg scheelt me een aantal meters extra die ik moet afleggen, dan kom ik misschien wel te laat op werk”, zegt de man in de auto. “Dat is tijd die ik veel beter kan spenderen. En daarnaast kunnen die fietsers toch ook gewoon meer rechts aanhouden op het fietspad, zij doen toch al langer over hun reis. ”
Nou, *toet toet*, en de man is weer door.
Met ‘omrijden’ komt men doorgaans juist niet eerder op het werk. (Behalve als een flinke verkeersopstopping op de normaal genomen weg is.)
Als links door een linkerbocht wordt gereden, zou dat een paar metertjes kunnen schelen, mits men direct om de hoek niet een andere weggebruiker tegemoet komt.
Maar van een bocht is het bericht geen sprake.
Door door de goot van een rechterbocht te rijden kan enkele centimeters worden gewonnen en kan men de nodige fietsers en wandelaars bevochtigen.
Het is duidelijk dat het dit keer voor Tom geen sterren regent.
Wandelaars en fietsers in Engeland hebben tijdens regen pech gehad, want daar rijden auto’s en vrachtwagens altijd links.
Tom, een geul tussen weg en pad of stoep waarin zich regenplassen vormen als het regent, heet goot.
Vandaar dat men na een fikse bui zegt dat het regende dat het goot.