Elsbeth rijdt graag paard. Ze is dol op haar hengst Thunder, maar ze begrijpt dat andere mensen niet altijd blij zijn met diens ontlasting. Daarom heeft Elsbeth altijd een plastic zakje in haar jaszak.
Als Thunder zich op fietspad of dorpsweg laat gaan is Elsbeth nooit te beroerd om met het zakje in de hand door haar knieën te zakken. “Een kwestie van fatsoen”, aldus Elsbeth. “Je moet je gewoon inbeelden dat het een halve kilo warme klei is. En niet door je neus ademen.” In sommige gevallen ziet de ruiter zich genoodzaakt om met een takje de tegelgroeven schoon te maken. “Soms heeft Thunder een ‘dunne dag’. Ja, dat is niet fris. Maar ik wil niet op mijn geweten hebben dat iemand tot aan zijn halve onderbeen in onze troep gaat staan.”
In de praktijk past de behoefte van Thunder niet in het zakje. “Maar mensen zien dat ik mijn best doe”, stelt Elsbeth. “En mind you: zijn drollen zijn groter dan een complete teckel, maar ik hóéf dit niet te doen.”
Zp op het eerste oog lijkt paardenmest sterk op gedroogde marihuana. De volbloed junk zal zich niet vergissen, maar de gelegenheidsgebruiker kan een tijd deze goedkope “shit” veroorloven tegen minima;le kosten.
vaag die Elsbeth. Ik bereid paard liever dan berijden
Paardeschijt had vroeger waarde. Voor de aardappels, wortelen en rabarber in de tuin.
Met zilveren lepels hoef je ook niet meer aan te komen.
Inflatie, deflatie?
De kater van Corrie die hiernaast woont, schijt elke daag in mijn achtertuin. Het beest gedraagt zich als een varken. U berijpt dat ik dat niet kan hebben.
Tja, beter plasticsoep dan poep in de natuur!
😉
De consumptiedrang is zodanig dat de aanblik het gevoel geeft poep te eten.
Wat ben ik blij als ik op het platteland die koeienstront weer ruik. Veel beter dan de IJtunnel.
Tundur?
Wat voor den donder is dat nou weer?!
Dat heeft geen zin zolang die Indiërs het niet óók gaan doen.
Met hun olifanten.
Ja, en zolang ze in dat soort schijtlanden maar mensen blijven doorfokken, de vrouwen daaronder verkrachten, en hun plastic de rivier in pleuren, voelen wij ons minder geroepen het klimaat te redden.