Op Documenta 14 in Kassel stond tenminste nog de naam: ‘Ohne titel’ bij een kunstwerk wat niet te begrijpen valt.
Je voorkomt daarmee dat nadat je vijf minuten interessant naar bijvoorbeeld een afvalemmer hebt gekeken de schoonmaker langskomt om deze te legen.
Corrie.
71. Zuâhkaul met vette sjú
72. Soep voâhraf, já dattis mèn menú
73. Káántsjes met bruíné bauné
74. Flink veíl è, nie vandâh gewauné
75. Blokké káás met májaunèze
76. Warremé friet en auk sâhzèze
77. Speâhsiebaune uít ut vet
78. Pap van braud, zeau issut mááh net
79. Arremé kip zeau vannut spit
80. Flink veíl aâhdappelé wááh un kôgsje an zit
81. Un lekkâh prakkie mettun kuíltsje jus
82. Gâhgstag spek, dattis wat ik lus
83. Gebakké milt veâhsiâht mettun sprotsjé
84. Zuâhe bommé uít un potsjé
85. Ossétong in heíte brè
86. Gegâhneâhd met dampendé prè
87. Zwánéhals gevuld met druívé
88. Páâhdehoef om af te kluívé
89. Wat dâggie vannun puddinkie met béssesap
90. En als toetsjé gâhnálepap
91. Slappé theí en vrugte-èssies
92. Lendelappé met veíl rádèssies
93. Gebrájé haan in druípend vet
94. Un bakkie toe en dan nááh bed
95. Hutspot met warremé kraukétte
96. En un doekie om je muíl te bétte
97. Âhwe káás in veíle tálé
98. Âhwe vis ken veíl veâhálé
99. Reaujé wèn en pruímedanté
100. Zeâh veíl drank en auk fázanté
101. Tonne bieâh en stapols braud
102. Hâgde wôgs vol keaukosneaut
103. Pittag sâhsje van weleâh
104. Ag wat willun mens nog meâh
105. Kâgstanjés op de gètebrè
Wat zullen we nou krijgen potdomme! Er gaat hier iemand met mijn succes aan de haal!
Maar goed, doet u mij maar een portie van alles wat, want morgen moet ik naar de dokter en dan mag het misschien niet meer.
Mot je hoâhre Chyou,
Ik niet Sjineíse Neídâhlandâh. Ik Belsjineís.
Kenjè tot 10 telle, kenjè auk De Belsjineís belle.
Jaren lang was jij mijn gabber
als een broer hield ik van jou
k zie je nog daar op de stoep staan
je stond te rillen van de kou
Zonder huis en zonder centen
zelfs je vrouw ook die was je kwijt
Ik zei: kom zo lang hier wonen
maar daarvan heb ik nu spijt
Hielp ik je daarom uit de goot
was dan jou vriendschap niet zo groot
Hoe vaak lag jij daar in mijn bed
Zag jij nooit van je vriend, aan de muur zijn trouwportret
ging er dan echt niets door je heen,
ben jij zo hard en zo gemeen,
maar alles is voorbij, je nam haar weg van mij,
het is jammer, onze vriendschap is voorbij
Een Jan van Veen masterclass waardig, wunderbar! Ik dacht vroeger altijd dat het ging om losse filosofische stellingen. Pas jaren later begreep ik dat het min of meer een geheel vormde, met wisselende mate van samenhang, als een lange onafgebroken kaksliert.
Beste vriend, Als Hij het na jou zou vragen, komt Hij wellicht niet meer aan de beurt.
Jaren lang was jij mijn gabber.
Als een broer hield ik van jou.
André Hazes
Laat ze dat maar niet in Bru horen.
Ik snap het verhaaltje niet.
Ik snap het verhaaltje ook niet.
Is het soms iets intellectueel?
Corrie.
Misschien is het wel kunst?
(“Is dit kunst of kan het weg?”)
Op Documenta 14 in Kassel stond tenminste nog de naam: ‘Ohne titel’ bij een kunstwerk wat niet te begrijpen valt.
Je voorkomt daarmee dat nadat je vijf minuten interessant naar bijvoorbeeld een afvalemmer hebt gekeken de schoonmaker langskomt om deze te legen.
Corrie.
71. Zuâhkaul met vette sjú
72. Soep voâhraf, já dattis mèn menú
73. Káántsjes met bruíné bauné
74. Flink veíl è, nie vandâh gewauné
75. Blokké káás met májaunèze
76. Warremé friet en auk sâhzèze
77. Speâhsiebaune uít ut vet
78. Pap van braud, zeau issut mááh net
79. Arremé kip zeau vannut spit
80. Flink veíl aâhdappelé wááh un kôgsje an zit
81. Un lekkâh prakkie mettun kuíltsje jus
82. Gâhgstag spek, dattis wat ik lus
83. Gebakké milt veâhsiâht mettun sprotsjé
84. Zuâhe bommé uít un potsjé
85. Ossétong in heíte brè
86. Gegâhneâhd met dampendé prè
87. Zwánéhals gevuld met druívé
88. Páâhdehoef om af te kluívé
89. Wat dâggie vannun puddinkie met béssesap
90. En als toetsjé gâhnálepap
91. Slappé theí en vrugte-èssies
92. Lendelappé met veíl rádèssies
93. Gebrájé haan in druípend vet
94. Un bakkie toe en dan nááh bed
95. Hutspot met warremé kraukétte
96. En un doekie om je muíl te bétte
97. Âhwe káás in veíle tálé
98. Âhwe vis ken veíl veâhálé
99. Reaujé wèn en pruímedanté
100. Zeâh veíl drank en auk fázanté
101. Tonne bieâh en stapols braud
102. Hâgde wôgs vol keaukosneaut
103. Pittag sâhsje van weleâh
104. Ag wat willun mens nog meâh
105. Kâgstanjés op de gètebrè
Met nassie, bámie of witte lès.
De Belsjineís: Wè hebbe ut allémáál!
Auk morregé aupe.
Waarom wil je met deze stereotypering Chinese Nederlanders belachelijk maken? Denk je echt dat iemand die dit leest grappig vindt?
Je bent nog niet aan de beurt.
nr 1!
Boerenkoolstampot met berenlul!
Chyou, hou het maar bij brood.
http://tinyurl.com/mby7obg
Beste Chyou,
U praat, ik luister.
Wat zullen we nou krijgen potdomme! Er gaat hier iemand met mijn succes aan de haal!
Maar goed, doet u mij maar een portie van alles wat, want morgen moet ik naar de dokter en dan mag het misschien niet meer.
Mot je hoâhre Chyou,
Ik niet Sjineíse Neídâhlandâh. Ik Belsjineís.
Kenjè tot 10 telle, kenjè auk De Belsjineís belle.
Jaren lang was jij mijn gabber
als een broer hield ik van jou
k zie je nog daar op de stoep staan
je stond te rillen van de kou
Zonder huis en zonder centen
zelfs je vrouw ook die was je kwijt
Ik zei: kom zo lang hier wonen
maar daarvan heb ik nu spijt
Hielp ik je daarom uit de goot
was dan jou vriendschap niet zo groot
Hoe vaak lag jij daar in mijn bed
Zag jij nooit van je vriend, aan de muur zijn trouwportret
ging er dan echt niets door je heen,
ben jij zo hard en zo gemeen,
maar alles is voorbij, je nam haar weg van mij,
het is jammer, onze vriendschap is voorbij
Een Jan van Veen masterclass waardig, wunderbar! Ik dacht vroeger altijd dat het ging om losse filosofische stellingen. Pas jaren later begreep ik dat het min of meer een geheel vormde, met wisselende mate van samenhang, als een lange onafgebroken kaksliert.
Beste vriend, Als Hij het na jou zou vragen, komt Hij wellicht niet meer aan de beurt.
“Hoe laat moet ik ‘m terugbrengen?”
‘Zie zelf maar’.
Hoe laat moet ik haar terugbrengen?