“Ah nee hè,” klinkt het welgemeend vanaf de bank waar Astrid Koeboom uit Wilnis op ligt met een fikse streptokokkeninfectie. Ze is goed ziek, en dat háát ze. Maar echt. En heus niet alleen omdat ze nu toevallig met een rauwe keel naar het plafond ligt te staren; ook toen ze dysenterie had opgelopen tijdens haar vakantie in Peru haatte ze dat oprecht. “Pfffff. Ik kan je wel vertellen: als je dan ook nog zeven uur met de bus moet is dat echt superkut. En dat meen ik echt uit de grond van mijn hart.”
Kreunend trekt Astrid haar pyjamapak recht en laat zich met veel zichtbare moeite weer in de zachte kussens van haar driezitter zakken. “Of de buurvrouw hier verderop van de Ribessenlaan,” vervolgt ze haar pleidooi tegen ziek zijn. “Die is zelfs ongenééslijk ziek. Darmkanker. Nou, als je het mij vraagt: van mij hoeft het niet, ziektes.”
Astrid staat niet alleen met zulke opvattingen: uit een onlangs gehouden peiling blijkt dat miljarden mensen ziek zijn best wel haten. Astrids man Aernout haat het trouwens ook, wanneer Astrid ziek is.
Ik kan niet stoppen met lachen. Is dat ook een ziekte?
Obees is ze wel enigzins.
Rookt ze ook nog eens?!
Mijn gedachten gaan uit naar de maandelijkse premie die ik voor haar betaal.
Onze gedachten gaan allereerst uit naar de nabestaanden…
Na de ziekte zijn alle bacteriën dood, dus er zijn geen nabestaanden
Aha.
Onze sympathie gaat in deze moeilijke dagen uit naar Aernout.
Hij betaalt toch wel de achterstallige premie?!