Ongelooflijk maar waar: deze man kan met printers communiceren. Ruben Tamminga wordt op kantoor al de ‘printerfluisteraar’ genoemd.
“Waarom print je nu maar één pagina?” Ruben legt zijn hand op de printer. Er klinkt wat geratel als antwoord, en even later verschijnen ook de andere drie pagina’s van zijn printopdracht. Collega Omar el Makrouni schudt zijn hoofd: “Het is echt wonderbaarlijk. Ik kan tegen dat ding roepen wat ik wil, maar er gebeurt nooit iets.”
Dat ‘roepen’ is precies het probleem, stelt Ruben: “Veel mensen schreeuwen tegen hun printer, terwijl printers juist liefde en aandacht nodig hebben. En voldoende papier in lade 2.”
1111101010110011010010100000111000100101
Dat zijn een hoop printopdrachten!
1
Tamminga verstaat ook de kunst printers dubbelzijdig te laten kopiëren. Dat is vooral handig gebleken bij het vermenigvuldigen van kleine coupures (tot € 50,–). Ruben kopieert doorgaans zijn ‘huiswerk’ plichtsgetrouw na 17.15 uur Maar soms, in gevallen van geldnoot- ook in de middagpauze. Vandaar de fluistervaardigheid..
geldnooD. Dit om te voorkomen dat er een groot aantal hamsterende eekhoorns op afkomt.
Deze heer Tamminga geeft ook geen “printopdracht”, maar doet een vriendelijk printverzoek.
Scheelt enorm!
Oh ja, voor degenen die een causaal verband zoeken tussen dit voorbeeld en andere situaties: Nee, “printer” is geen vrouwelijk woord…
Wel een hele fijne printer dit (ik heb hem zelf ook).
Die print dus inktjet zonder bewegende printerkop. De cardridge heeft de breedte van een a4’tje. Hierdoor is er weinig onderhoud nodig. Daarnaast/daardoor print ie ook nog eens supersnel.
HP Officejet Pro X476DW MFP (50% voordeliger in gebruik)
Ik kan hem elk middelgroot kantoor aanraden.
Wij blijken overigens de 576 DW te hebben…
Wat moet zo’n printer nou met een middelgroot kantoor? Is een printhok te min?
En ik wil geen printer die een carTridge ter breedte van A4 papier gebruikt om supersnel daarnaast te printen.
U print, ik luister, maar ik zal binnenkort eens met jullie middelgrote kantoorprinter komen fluisteren. Even kijken of het ding niet spontaan begint te lekken, als ik ‘m eens een verhaaltje kom vertellen.
Nou is de ‘waarom’-vraag niet de meest opene onder de open vragen. Maar goed, werkt het, dan werkt het.