De gemeente Drechterland is ‘zorgwekkend’ onvoorbereid op een dierenregen. De bijzondere regenval, een meteorologisch fenomeen dat vaak met de middeleeuwen geassocieerd wordt, is sinds 1883 niet meer in Nederland voorgekomen. Maar volgens het gemeentelijke rapport “Een Veiliger Drechter” is de relatieve zeldzaamheid van de ramp zeker geen reden om geen voorbereidingen te treffen tegen de mogelijke catastrofale gevolgen. “Een stortvloed van vissen en kikkers kan desastreus zijn voor de infrastructuur en het toerisme, daar kun je niet lichtzinnig mee omspringen”, aldus opsteller Tygo Brenwolf bij de presentatie van het rapport in de raadszaal van Hoogkarspel.
“Als de poorten van de hemel straks opengaan, zijn de wegen nauwelijks begaanbaar, en mag je met name in Oostergouw en Tersluis flinke glasschade verwachten”, aldus Brenwolf, emeritus-hoogleraar fysiologie van hemellichamen. Maar ook elders in de gemeente kan gevreesd worden voor de gevolgen van het natuurfenomeen. De middenstand in Oosterblokker, Binnenwijzend en Oosterwijzend zal bij zo’n klap mogelijk wekenlang uitgeschakeld zijn, wat met name voor senioren tot grote problemen kan leiden. Dierenregens zijn in de geschiedenisboeken een veelbeschreven fenomeen, maar kennen in de moderne tijd weinig voorbeelden. Brenwolf: “In deze tijden moeten wij het onverwachte verwachten, ook een otter op de motorkap.”
Volgens het rapport laat de voorbereiding van Schellinkhout, Blokdijk en Kraaienburg op lawines te wensen over. Verder is men in De Weed en Oudijk onvoldoende voorbereid op het droogvallen van het IJsselmeer en is de infrastructuur van Westerwijzend niet berekend op een orkaan. Het enige lichtpuntje is het bereik van crisiscommunicatiesysteem C2000, dat in de gehele gemeente uitstekend is. Minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken zal zich deze week in de Kamer verantwoorden voor het rampenbeleid van Drechterland, dat door kamerleden ‘absoluut onder de maat’ wordt genoemd.
Door het broedkasteffect zullen er vaker kippenregens voorkomen.
Mijn beschte Jochem ende Piet Hein: Het regent idd al vele eeuwen dieren. Edocherwijs: het Engelse zeeklimaat staat slechts neerslag van katten en honden toe. Je kunt het een beetje vergelijken met het Bulgaarse Plovdiv, waar uitsluitend olifanten uit de hemel komen.
Wat een gelul, elke boerenkinkel weet dat Lutjebroek in Stede Broec ligt. Ga je mond spoelen, Pepijn!
Morrie!
Kheb effies commentaar op uw stukkie. Volgens mijn, liege je dat je groen en géél ziene of je benne dom as een deur. Wat un skait schreve stukkie zeg!
Je lulle van Groôtebroek, maar Lutjebroek komme eerst. Effies gauw leze komme tot de volgende
– Der benne hullegaar geen toerist in ‘t westfrieske, enkelt agrariers denk?
– In toiden van krises, benne de joôs van Hougkarspel en heel ‘t westfrieske te warskippen bij femilie. Bij de stadters enzo, die op zeeniveau benne.
Zo kenne ‘k nog wel ff deurgaan. K’oop dat de boodskap is overbracht. Doet uw huiswerk beter!
Ik heb wortels nooit echt lekker gevonden.
Neen Piet Hein! Het regent al vele eeuwen dieren en de etymologische wortels van het gezegde ‘it’s raining cats and dogs’
komen uit de 17e eeuw. De twee zijn niet met elkaar verbonden.
Wat een aanstellers! In Engeland regent het al vele jaren achtereen katten en honden, en die blijven er heel droogkomisch onder.
Tegenwoordig noemen we dat ook wel een dierentsunami. Als je het zo verwoordt, klinkt het meteen wat urgenter en zal Ter Horst zich niet langer achter een muur van onwetendheid durven verschuilen.
Het fenmeen komt overigens vaker voor dan men wellicht denkt. De laatste keer dat het is voorgekomen, in 1943, is goed gedocumenteerd door Belcampo in ‘Het grote gebeuren’.