De Nederlandse politiek besteedt te weinig aandacht aan eencellige en opgezette dieren. Dat vindt een deel van de achterban van de Partij voor de Dieren. De partij is deze zomer in crisis geraakt. Aanleiding is het groeiende aantal splinterpartijen die zich inzetten voor subgroepen uit ‘de faunawereld en daarna’. Neerlands fauna lijkt te omvangrijk voor één partij.
Wie denkt dat het per defintie gemakkelijk is om de eenheid te bewaren in een ‘one-issuepartij’ heeft het mis. Althans, als het om de Partij voor de Dieren gaat. Segregatie lag al langer op de loer. Het dierenrijk is ten slotte kleurrijker en geschakeerder dan de overzichtelijke wereld van de homo sapiens. Waar een liberaal slechts de nadruk kan leggen op ideeën van Locke, Smith, de Tocqueville, Mill of Zalm, is het keuzepalet voor de faunaparlementariër een stuk gecompliceerder. “Waar leg je eigenlijk de nadruk?”, aldus PvdD-parlementariër Esther Ouwehand. “Zijn het de grote dieren, kleine dieren, bedreigde dieren, dieren in gevangenschap, consumptiedieren, schattige dieren of dieren met een symbolische betekenis? En wat te denken van de eencellige en de opgezette dieren? Vooral deze laatste categorieën raken ondergesneeuwd in het programma van de Nederlandse dierenpartij, tot groot ongenoegen van een deel van de achterban.”
Ex-PvdD’er Stephanie Zwitsel heeft vooral moeite met ‘het totale gebrek’ aan aandacht voor de opgezette dieren. Haar reeds gevormde PvNF (Partij voor Na-Fauna) neemt steeds meer leden van de PvdD over. Zwitsel: “Net als een mens heeft een dier recht op een rustig leven na de dood. Toch worden nog steeds dieren leeggehaald, opgevuld, worden de ogen vervangen door knikkers en krijgen ze een plek in een museum, waar ze vaak veel te dicht op elkaar staan.” Sommige dieren worden in zulke ‘natuurhistorische’ musea opengesneden tentoongesteld. Een groot onrecht volgens Zwitsel, die meent dat genoeg religies erop wijzen dat op deze manier een rustig hiernamaals uitgesloten is. Zwitsel: “Blijkbaar vindt de PvdD een paar zielige maanden op aarde erger dan eeuwig branden in de hel.”
Het is Edwin van Dongen, lid van het eerste uur, vooral een doorn in het oog dat de partij zich gedraagt alsof eencelligen geen dieren zijn. Van Dongen: “Marianne Thieme weet niet eens het verschil tussen moneren en protisten. Misschien heeft ze ooit van het pantoffeldiertje gehoord, maar ik vrees dat ze denkt dat daar slechts pantoffels van gemaakt worden.” Van Dongen zoekt al jaren naar ‘het ware vegetarisme’ waarin gestreefd wordt naar een dieet waar geen eencelligen deel van uitmaken. Hij hoopte met de komst van de dierenpartij eindelijk budget te krijgen voor zijn onderzoek – maar op zijn oproep werd niet gereageerd. Ook Van Dongen overweegt zich daarom af te splitsen en een nieuwe partij op te richten. “In een brood zitten meer eencelligen dan Nederland varkens kent. En dan houdt de ‘dierenpartij’ zich bezig met een tiental zielige stieren in Spanje! Bij de PvdD is de balans behoorlijk zoek.”
Sjongejongezeg, héél goed, die politieke aandacht voor de opgezette dieren. Graag ook een afsplitsing voor de 30 miljoen eendagshaantjes die elke jaar meteen in de destructor verdwijnen. Daar blijft dus ècht niks van over. Lieten we die Haantjes slechts één jaar leven en we gaven ze stemrecht, dan zou er wat veranderen in het land ! Er komen alweer verkiezingen aan !
Ook een manier om van eendagshaantjes af te komen: maakt eenjaarshaantjes van.
Amoebisten aller landen, verenigt u!
Ik sluit mij volledig aan bij de reactie van dhr Piet Hein. Geen kwatsch over de sasquatch! Bovendien hoor ik regelmatig dat er nog maar 1 eenhoorn is; DNA afnemen en klonen, zeg ik dan!
Ik heb me inmiddels van de PvdD afgesplitst als de Cryptozoologische Volkspartij. In al haar tijd in de Kamer heeft Thieme nog NIETS gezegd namens de Yeti en we zijn WOEST. Nog steeds wordt de chupacabra gedemoniseerd en we PIKKEN HET NIET LANGER! Op de bres voor het Monster van Loch Ness! Maak het goed met Bigfoot!