Tweederde van de Nederlandse brandweerlieden heeft last van rook op de werkplek. Voor lokale overheden wordt het steeds moeilijker om mensen te vinden voor de vrijwillige brandweer. De brandveiligheid van veel kleinere plaatsen heeft daaronder te lijden. Zo blijkt uit recente gegevens van de Stichting Normering Onderzoeksgegevens Reddingsbranche (SNOR).
De Stichting Normering Onderzoeksgegevens Reddingsbranche houdt elke twee jaar een onderzoek onder werknemers in de levensreddende industrie, de Kennisnemende Evaluatie Van Ervaringsgerichte Luchtkwaliteit. In 2006 bleek uit de KnEVEL dat een derde van de brandweerlieden last had van rook op de werkplek. Dit cijfer is in twee jaar tijd verdubbeld of, afhankelijk van de gehanteerde rekenmethode, vereenenveertigvoudigd.
In een telefonische reactie noemt hoofdonderzoeker Willem Timofeeff van de SNOR het allemaal een kwestie van instelling: “Ja, het verschilt inderdaad per instelling. Zo zien we dat in de ambulancebranche inmiddels de rookvrije werkplek wel gegarandeerd is. Neem nou mensen die een hartaanval krijgen, die zitten op het moment zelf natuurlijk vaak een sigaretje te roken, maar tegen de tijd dat de ambulance arriveert is die meestal wel op hoor. Als het ambulancepersoneel de woning betreedt en er toch nog smeulende artikelen van tabaksachtige aard aanwezig zijn dan rijden ze gewoon eerst nog een rondje door de buurt, of ze gaan even een kroket halen, of buiten een sigaretje roken. Probleem opgelost.”
Timofeeff vervolgt: “Ook bij de politie zijn de zaakjes inmiddels redelijk op orde. Veel criminelen houden natuurlijk wel van een saffie op zijn of haar tijd, dat is alom bekend. Stel dat er dan ergens een inval plaatsvindt, bijvoorbeeld in een gloeilampenfabriek van Philips. Dan vindt er dus een lichtinval plaats en dan blijkt dat er in zo’n fabriek gerookt wordt. Ja, wat moet zo’n arrestatieteam dan doen? Een beetje lijdzaam toezien en afwachten tot die veronderstelde criminelen toevallig even niet roken? Nee, dan gaan de manschappen gewoon even buiten staan en bekeuringen uitdelen aan fietsers met knipperende lampjes. Zo zie je maar dat die aloude slogan toch weer bewaarheid wordt: Nescafé? We lossen het samen wel op.”
Maar de situatie is dus nijpend? Timofeeff: “Ja, ze zitten als het ware in de tang. Aan de ene kant behoort het blussen van branden toch tot de core business van de brandweer, maar het personeel heeft wel recht op die rookvrije werkplek. Hoe lossen we dat nou op?” Eh, gewoon roeren met een theelepeltje? “Maar het is oplosKOFFIE, verdomme. Waarom bestaat er eigenlijk niet zoiets als een koffielepeltje. Dat we dit soort dingen nog tolereren in Nederland. Werkelijk!”
De tolerante wereldburger gaat door roeien en ruiten: “Wij van de SNOR zijn er inmiddels van overtuigd dat er als vervolg op de KnEVEL een groot aanvullend onderzoek moet komen. Inmiddels zijn wij dan ook gestart met de Monitor Opsporing Uitstootgerelateerde Stankoverlast in Traditioneel Aandachtvragende Cliëntgerichte Handelszaken en Eetgelegenheden. Wij brengen u op de hoogte van de resultaten zo gauw we een passend acroniem hebben gevonden.”
Kees, het is wellicht een uitstervend beroep, maar er dient onderscheid te worden gemaakt tussen de demonstranten uit frustratie, de amateur-demonstranten én natuurlijk de beroeps-demonstranten. De laatste groep dient een rookvrije werkplek te worden gegarandeerd. Dat gedoe van vroeger met natte Palestina-shawls is natuurlijk hopeloos achterhaald. Nee, bij het gebruik van traangas dient de politie voortaan zich eerst te vergewissen, of zij niet toevallig met beroeps-demonstranten te maken heeft. In dat geval is traangas taboe.
Brengt me op de vraag: “Hebben demonstranten dan ook recht op een traangasvrije werkruimte? Een rookbomvrije demonstratiewerkplek?” Of worden demonstraties per definitie in de vrije tijd gehouden?
En dan krijgen we de vraag: “Hebben mensen in hun vrije tijd niet evenveel recht op een rookvrije omgeving?” Zodat we rookvrije hobbyruimtes gaan krijgen.
Ik pleit voor mobiele rookvrije ruimtes voor brandweer en politie, aangezien gasmaskers niet aan die kwalificatie voldoen.