De beroepsorganisatie van het Nederlands Politiecorps en de Schrijversvakbond Nederlands (SvN) hebben gisteren een opmerkelijk initiatief gepresenteerd: literaire bijstand. Doel van het initiatief is de aangifte van delicten, en dan met name gewelds- en zedendelicten, te voorzien van een literaire impressie geschreven door een van de leden van de SvN.
Het blijkt een sluimerend ongenoegen bij zowel dienders als slachtoffers te zijn. Formuleringen als “de vuist werd met vaart naar mijn linkerwang gebracht, pijn tot gevolg hebbende,” dekken de lading van de klap niet. Dirk de Gier, politiecommandant in Amsterdam-Zuid, bevestigt dat het geregeld voorkomt dat mensen gefrustreerd raken door de afstandelijke toon van het rapport. “Vaak begrijpen mensen wel dat het zakelijk en exact moet zijn, maar ze begrijpen niet waarom het rapport moet stoppen bij de omschrijving ‘pijn’ of ‘erge pijn’, dat ervaren ze als onnodig beperkend.” De Gier verwelkomt dan ook de nieuw geschapen mogelijkheid dat ‘pijn’ nu ook als ‘het verdwijnen van mijn menselijkheid in het helse brandende gevoel dat mij overmande’ kan worden omschreven.
Het voorstel kent ook tegenstanders, vooral aan de rechtsprekende kant. Rechter mr. Pille vraagt zich af of het niet een ‘wassen neus’ is. “Natuurlijk is het wenselijk dat slachtoffers hun impressies talig kunnen verwerken, maar een dergelijke activiteit hoort bij de nazorg en niet in het procesverbaal.” Het gevaar dat nu ontstaat is dat de strafmaat kan worden beïnvloed door het literaire talent van de schrijver. “Niet elke schrijver is een Wolkers,” vat Pille het probleem samen. SvN slaat het argument van Pille in de wind. “De SvN garandeert de kwaliteit,” aldus een woordvoerder. “Doel is uiteindelijk dat het onderscheid tussen gruwelijke, brandende, kloppende en intense pijn door de blinde vrouwe Justitia herkend wordt.”