Zelfbewuste Kramer: ‘Af en toe wurg ik nog te veel’

Hoewel Michiel Kramer zijn draai gevonden lijkt te hebben bij Feyenoord, ziet de lange spits nog steeds verbeterpunten voor zijn spel. Hij vindt bijvoorbeeld dat hij op sommige momenten in de wedstrijd iets minder moet wurgen.

“Ik merk dat m’n concentratie af en toe verslapt en dat kan tot slordige moordpogingen leiden. Dat heeft met vermoeidheid te maken”, is Kramer zelfbewust. “Tegen Groningen speel je een prima wedstrijd, maar er is toch een momentje waarop je niet scherp bent en dan ligt je tegenstander weer op de grond met een paars gezicht. In voetbal draait het om de details.”

Feyenoord-trainer Giovanni van Bronckhorst werkt er met zijn staf hard aan om dit soort kleinigheidjes uit het spel van Kramer te halen: “Dat wurgende heeft altijd een beetje in zijn spel gezeten. Op de training doen we er met de spitsentrainer en iemand van de GGZ alles aan om die wurgdrang iets terug te dringen. Gelukkig wordt het tegen een ploeg als Groningen niet afgestraft.”

Analyticus Pierre van Hooijdonk verdedigt Kramer: “Hij is typisch zo’n spits die veel risico in zijn spel legt. Af en toe leidt dat nu eenmaal tot situaties waarin de je luchtpijp van je directe tegenstander finaal naar de knoppen helpt. In Nederland vragen we te veel van spitsen. Je moet met je man meelopen, je moet kunnen meevoetballen en dan moet je ook nog eens je mandekker in leven houden.”

Volgens Van Hooijdonk heeft een spits maar één taak: Doelpunten maken. “Al moordt ‘ie heel FC Groningen uit, als hij er elke week eentje inlegt, is het een wereldspits. Bovendien, je speelt toch met z’n elven? Het niet-wurgen van tegenspelers kan prima opgevangen worden door een controlerende middenvelder. Bij Feyenoord hebben Kuyt en Elia allebei hun EHBO-diploma, die moeten veel dichter bij Kramer spelen om de afvallende man op te vangen. Bovendien kunnen ze ook reanimerend op het middenveld spelen, waardoor Kramer meer vrijheid krijgt.”