2009 opnieuw een extreem weerjaar

Nog nooit eerder zoveel gemiddelde temperaturen

Het afgelopen jaar was opnieuw een jaar van weersextremen. Nog nooit eerder werd in een jaar zo vaak exact de  gemiddelde dag- en nachttemperatuur gemeten als in 2009. Dit alles blijkt uit het onlangs afgeronde rapport ‘2009, Het Jaar met de Pet’ van het KNMI, in samenwerking met de Faculteit Natuurwetenschappen van de Universiteit Utrecht. Het rapport geeft het verontrustende beeld van een jaar van extremen, dat naadloos lijkt te passen in een patroon van een onomkeerbare klimaatsverandering.

In het jaar 2009 kende Nederland maar liefst 17 dagen waarop de volledige 24-uurstemperatuur het gemiddelde haalde. Hiermee werd het oude ‘jaar met den pet’ 1878 met 1 dag overtroffen. Meest in het oog springend was 26 mei, waarop de temperatuur tussen 12.33 en 16.12 onafbroken de gemiddelde waarde aanwees, een unicum dat sinds 14 september 1956 niet meer de boeken heeft gehaald.

Het jaar was in meerdere opzichten opvallend. Uitschieters in temperatuur konden naadloos met elkaar worden verrekend. Zo kon de koudegolf in januari worden gecompenseerd met warme dagen in juli en augustus, waarop temperaturen van 2 tot 3 dekagraden geen uitzondering waren. Mogelijk is dit fenomeen te wijten aan het achterblijvende aantal zonuren in de eerste maanden in tegenstelling tot de zomer, waarin de zon zich enige malen al rond 7:00 uur liet zien om de rest van de dag niet meer te verdwijnen. Ironisch gezien konden dergelijke ongelijkheden in zonuren ook in andere, ‘gemiddelde’, jaren worden teruggevonden.

Ondanks het gemiddelde weerkarakter werd de Nederlander in het afgelopen jaar lang niet altijd door de weergoden in de watten gelegd. Schommelingen in temperatuur bleken een niet te onderschatten valkuil. De nacht bleek vaak verraderlijk lagere temperaturen met zich mee te brengen. Uit verschillende delen van het land, met name uit de omgeving rond Doetinchem, kwamen in de zomer meerdere malen meldingen binnen van extra truien en jassen die na zonsondergang uit de kast werden gehaald.

Over de oorzaak van het extreme weerbeeld van 2009 zijn de opstellers van het rapport eensgezind. “We kunnen niet meer om de klimaatsverandering heen”, aldus Bert Bokhoven, part-time meteoroloog te De Bilt en klimaatwetenschapper aan de Universiteit Utrecht. “We houden nu 2 hektojaren het weer bij en het afgelopen dekajaar laat record na record zien. Het jaar 2009 is daarop geen uitzondering. Er is maar 1 conclusie mogelijk; hopelijk kunnen we het tij nog keren.”

Bokhoven geeft toe dat het ‘erom spande tot aan het bittere einde’: “Op 8 augustus schoof er een wolkje voor de zon in De Bilt. Het bleef 2 minuten en 34 seconden het zonlicht tegenhouden, en de temperatuur daalde prompt een graad. Was het 13 seconden langer blijven hangen, dan hadden we dit record niet in handen gehad.” Bokhoven verklaart dat de spanning in De Bilt op 31 december ‘een orgasmisch hoogtepunt bereikte.’ “We beten op onze nagels. Wat zou deze laatste dag brengen? Was het 26,7 graden geworden, dan was 2009 kleurloos in de boeken verdwenen. Je weet dat het onwaarschijnlijk is, maar toch moet je het altijd maar afwachten.”

Het rapport kijkt over de landsgrenzen heen en laat een wereldwijde meteorologische trend zien over het afgelopen jaar. IJsland rapporteert ‘een jaar waarin de jaarringen van een opvallend gemiddelde dikte zouden zijn, als in het land bomen zouden groeien.’ De Japanse trendwatcher en tuinslangontwerper Sakoyama Nikoyutsu merkt een opvallende stabilisering op in de verkoop van schuiftrompetten, wat ‘geenszins volledig op het conto van de huidige mondiale economische situatie kan worden geschoven.’

Het eerste exemplaar van het rapport zal op dinsdag 9 februari worden overhandigd aan minister Cramer van Milieu. Daarna zal het openbaar gemaakt worden op de website van het KNMI.


Uw reactie telt. Juist nu.

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

gravatar

Mag aannemen dat dit rapport voldoende geperenrereviewed is. Want een wetenschappelijk rapport dat niet 100% te vertrouwen is pikt mini-ster Cramer niet meer.

In mijn regio hadden we 4 duin- of beter hei- en bosbranden. Die kwamen exact om het juiste moment om dalen in de CO2-grafiek op te vullen. Het kost een paar bomen, maar dan heb je ook wat.

Reageer
gravatar

Schrijver Belcampo schreef ooit een verhaal over een professor in de statistiek die op oudjaarsdag zelfmoord pleegde met het doel de zelfmoordstatiestiek voor dat jaar kloppend te maken. Dat zie ik professor Bokhoven nog niet klaarspelen

Reageer
gravatar

@Jan. Ja, ja, daar krijg je nog een zware pijp aan te roken. Of beter, in de juiste sfeer blijvend, het is kwaad kersjes eten met Haes.

Reageer
gravatar

@Haes. Maar wat is de definitie dan van ‘befweer’? Zal wel heel persoonlijk zijn. Ik zal het woord toevoegen in mijn ‘lexicon van meteorologische uitdrukkingen”, direct onder ‘het pijpt regenstelen’.

Reageer
gravatar

@ Onkie Monkie: ik heb even met Bert Bokhoven gebeld en die bevestigt je vermoeden. Uit metingen is gebleken dat sinds het begin van de winter de zon iedere dag iets hoger is komen te staan.

Reageer
gravatar

@Jan Chagrijn. Wel bij de les blijven: cunnilingus is de wetenschappelijke naam van ‘befweer’. Maar ik heb nog nooit wolken (cummulus) die beffen gezien.

Reageer
gravatar

Verontrustend is ook het feit dat in 2009 de temperatuur geen enkele keer beneden het absolute nulpunt daalde.
En hebben ze wel goed naar de bewolking gekeken? Volgens mijn eigen optekeningen waren er nog nooit zo veel dagen met sluierbewolking. Dat wijst toch op een doorzettende islamisering van ons klimaat?
En dan het aantal dagen met ‘kutweer’ (cumulus cunnilingus), ongetwijfeld een record.

Reageer
gravatar

Het is mij wel eens opgevallen dat de zon in de winter lager staat dan in de zomer. Ik vraag me af of de zon door de klimaatverandering nu ook ‘s winters hoger komt te staan. Nu (in februari) lijkt die trend wel al bespeurbaar. Het is immers nog winter.

Reageer