Laureaat Michiel Bolshop voor levenswerk

Bolshop geeft poep haar aureool terug

In een stampvol Paradiso heeft gisteren de 56 jaar oude Bolshop (Leidschendam, 1951) de hoogste onderscheiding in ontvangst genomen binnen de Nederlandse, naoorlogse, abjecte kunst: het gouden urinoir. De prijs, die verwijst naar het beroemde urinoir van Marcel Duchamp uit 1917, bestaat uit een geldbedrag van 25.000 Euro en een miniatuur urinoir ondertekend met de naam van de gelauwerde.

Bolshop staat bekend als veelzijdig, gedisciplineerd kunstenaar die al decennia lang werk maakt dat uitsluitend bestaat uit biologisch materiaal afkomstig van en uit zijn eigen lichaam. Berucht zijn de duizenden ‘mottenballen’ – kleine bolletjes haar van de kunstenaar – die hij vanaf 2001 in binnen- en buitenland heeft geëxposeerd. De balletjes worden in abstracte composities op de muur aangebracht en verwijzen naar scènes uit het alledaagse leven. Een mooi voorbeeld hiervan is ‘Albert Hein’ in 2002 in Schiedam geëxposeerd, of ‘Blinde darm’ uit het zelfde jaar in Braasgaat.

De Leischendamse kunstenaar brak ruim 20 jaar geleden door met zijn ironische bewerking van de ‘merde d’artiste’ van Piero Mazoni. In plaats van zijn uitwerpselen in te blikken en voor de prijs van goud te verkopen, zoals zijn illustere voorganger, wist Bolshop de uitwerpselen te injecteren in alledaagse supermarktproducten als blikken tonijn of tomatensoep – beide verwijzingen naar het werk van Andy Warhol (‘Campbel Tomato Soup’ en ‘Tunafish Disaster’). Deze producten smokkelde hij vervolgens weer de supermarkt binnen om ze terug op de schappen te plaatsen. Menig krantenlezer uit die tijd kan zich de koppen nog herinneren.

De kracht van het werk van Bolshop is haar eenvoud gecombineerd met een sterke kunsthistorische oriëntatie. ‘Puur’, is daarmee dan ook een veelgehoorde karakterisering in catalogusteksten. Een kwalificatie die Bolshop zelf overigens afwijst, ‘gezien haar modernistische bijklank.’ Bolshop zelf geeft de voorkeur aan ‘plastisch’, vanwege haar verwantschap met ‘pastiche’ (nabootsing), haar etymologische oorsprong in het Griekse ‘plasma’ (boetseerwerk) en de verscholen aanwezigheid van het woord ‘plas’. ‘In het woord ‘plastiek’ weerklinkt de religieuze waarheid, dat God ons niet enkel uit leem gevormd heeft, maar daarvoor zijn eigen uitwerpselen gebruikte,’ aldus de kunstenaar. Bolshop geeft poep haar aureool terug.


Uw reactie telt. Juist nu.

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *